Nummer : 17/2471/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 28 juli 2017
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. I. Appel, namens
[…], verder verzoeker te noemen, thans verblijvende thans in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de p.i. Groot Alphen te Alphen aan den Rijn van 20 juli 2017, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een strafcel, ingaande op 20 juli 2017 om 15.00 uur en eindigend op 30 juli 2017 om 15.00 uur, wegens verstoring orde en opruiing. De disciplinaire straf wordt, na verzoekers overplaatsing verder ten uitvoer gelegd in de p.i. Lelystad.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 26 juli 2017 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 27 juli 2017.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Voor feiten als de onderhavige kan volgens het landelijk geldende beleid (Sanctiekaart 2016 Landelijk) – in beginsel – een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in de eigen cel worden opgelegd. De directeur kan, indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, afwijken van dat landelijk geldende beleid en een zwaardere of lichtere disciplinaire straf opleggen. Uit de mededeling van de bestreden beslissing noch uit de toelichting van de directeur op het schorsingsverzoek wordt voldoende aannemelijk dat er toen sprake is geweest van zodanig ernstige misdraging(en) van verzoeker, dat dit – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – de hier aan de orde zijnde disciplinaire straf kan rechtvaardigen Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur van de p.i. Groot Alphen met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.
Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 juli 2017.
secretaris voorzitter