Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/0358/SGB, 16 februari 2018, schorsing
Uitspraakdatum:16-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

 

Nummer          : 18/358/SGB

Betreft : [verzoeker]                                                                               datum: 16 februari 2018

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van, ingediend door mr. B. Koenders, namens

 

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 14 februari 2018 tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het bezwaarschrift van 15 februari 2018 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 16 februari 2018.

 

1.         De beoordeling

In beginsel kan, gelet op het bepaalde in artikel 73, vierde lid, van de Pbw, gelezen in verband met artikel 66, eerste lid, van de Pbw, pas schorsing worden verzocht als de selectiefunctionaris het bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard en verzoeker tegen die ongegrondverklaring beroep heeft ingesteld. Dit beginsel lijdt slechts uitzondering in die gevallen waarin de beslissing van de selectiefunctionaris lang op zich laat wachten of in die gevallen waarin sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

Namens verzoeker is aangevoerd dat het voorkomen van onnodige overplaatsingen in afwachting van de vreemdelingrechtelijke procedures een uitzonderlijke omstandigheid is waarom de uitvoering van de beslissing dient te worden opgeschort. De selectiefunctionaris heeft daarop gereageerd dat niet is gebleken dat bezwaar in de vreemdelingrechtelijke procedure is ingediend. Bovendien heeft een dergelijk bezwaar geen schorsende werking in de bezwaarprocedure rond het overplaatsingsbesluit van de selectiefunctionaris.

Nu de selectiefunctionaris het bezwaarschrift op 15 februari 2018 heeft ontvangen en naar het voorlopig oordeel van de voorzitter ten aanzien van hetgeen namens verzoeker is aangevoerd geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die nopen tot een inhoudelijke beoordeling van het schorsingsverzoek, kan verzoeker nog niet worden ontvangen in zijn verzoek.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

 

 

 

 

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris op 16 februari 2018

 

 

                         

 

 

 

secretaris                                 voorzitter

 

 

 

Naar boven