Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 18/1074/SGA, 3 april 2017, schorsing
Uitspraakdatum:05-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 17/1074/SGA

Betreft : (…)    datum: 3 april 2017

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevens klaagschrift, van

(…), verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur, inhoudende dat er geen beschikking wordt opgemaakt van de maandelijkse toetsing van de noodzaak van voortduring van de in het kader van verzoekers plaats en status op de lijst van gedetineerden met een vlucht- / maatschappelijk risico (GVM-lijst) aan hem opgelegde toezichtmaatregelen en dat verzoeker daarover ook niet wordt gehoord.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 3 april 2017.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. De voorzitter overweegt dat verzoeker niet gebaat is bij een enkele beslissing tot schorsing, omdat dit niet kan leiden tot de door verzoeker gewenste situatie, namelijk dat er een beschikking wordt opgemaakt van de maandelijkse toetsing van de noodzaak van voortduring van de in het kader van verzoekers plaats en status op de lijst van gedetineerden met een vlucht- / maatschappelijk risico (GVM-lijst) aan verzoeker opgelegde toezichtmaatregelen en dat verzoeker daarover zal worden gehoord.

Daarvoor zou tevens nodig zijn een beslissing als bedoeld in artikel 68, derde lid, sub a of b, van de Pbw. Voor een dergelijke beslissing is in de schorsingsprocedure geen ruimte.

Gelet op vorenstaande concludeert de voorzitter dat de aard van de bestreden beslissing zich niet leent voor schorsing. De voorzitter komt derhalve aan een verdere beoordeling van de beslissing niet toe. Het verzoek zal worden afgewezen.

De voorzitter overweegt nog ten overvloede dat - hoewel de voorzitter het op zich (zeer) wenselijk acht dat de directeur naar aanleiding van zijn maandelijkse toetsing aan de betrokken gedetineerde het resultaat van die toetsing schriftelijk mededeelt - een dergelijke (schriftelijke) mededeling niet wettelijk is voorgeschreven.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

Aldus gedaan door mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 3 april 2017.

 

           

                      secretaris                                                            voorzitter

 

Naar boven