Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0440/GA, 26 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:26-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/440/GA

betreft: [klager] datum: 26 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 25 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 27 januari 2003 van de beklagcommissie bij de locatie Alphen a/d Rijn te Alphen a/d Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 mei 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur van de locatie Alphen a/d Rijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, omdat klager vluchtgevaarlijk wordt geacht;
b. verlenging van de maatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, extern ten uitvoer te leggen op de landelijke afzonderingsafdeling (l.a.a.) Nieuw Vosseveld te Vught.

De beklagcommissie heeft het beklag op beide onderdelen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is niets gebeurd, ik ben nergens bij betrokken en heb niets gedaan. Ik ben invalide en kan niet eens snel weg komen, als ik dat al zou willen. Ik kan me voorstellen dat de directeur in eerste instantie maatregelen neemt naaraanleiding van informatie, maar dan moet dat wel onderzocht worden. Als sprake is van vuurwapens en corrupte bewaarders, dan moet de rijksrecherche dat onderzoeken. Dat is niet gebeurd. Het betrof informatie die vanuit de inrichtingaan het meldpunt Grip is gemeld en die toen weer terug is gekomen naar de inrichting. Twee agenten die mij hebben gehoord hebben mij dit traject verteld, zij waren dat aan het uitzoeken. Ik heb van het hele gebeuren een hoop ellendegehad. Gedurende de jaren dat ik in detentie heb gezeten, ben ik nog nooit ontvlucht, ik heb daar ook helemaal geen reden voor. Nu ben ik op lijst 2 van de vlucht- en gemeengevaarlijke gedetineerden gezet en kom ik nergens voor inaanmerking. Ik denk dat er een vergissing is gemaakt. Eén van die andere gedetineerden heeft een achternaam die lijkt op die van mij. Daarnaast verbleven twee gedetineerden in de gevangenis en twee gedetineerden in het huis vanbewaring (h.v.b.). Het is onmogelijk om contact met elkaar te hebben.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
We kregen een tip van het meldpunt Grip over mogelijke ontvluchtingplannen van een aantal gedetineerden. Uit beheersoogpunt zijn toen vier gedetineerden in afzondering geplaatst en daarna weggeplaatst. De selectiefunctionaris vonddat die vier gedetineerden niet meer bij elkaar geplaatst moesten worden en vroeg mij de beslissing tot plaatsing in afzondering te verlengen, om elders plaatsen te zoeken. Na het Griprapport heb ik geen nieuwe informatie meergekregen over eventuele betrokkenheid van personeel of over vluchtgevaar van klager. Er waren geen aanknopingspunten om nader onderzoek te doen en dat is ook niet gebeurd. De rijksrecherche is niet ingeschakeld. Er was in die tijdsprake van de aanwezigheid van één of meer telefoons in de inrichting. Er was derhalve wel degelijk contact mogelijk tussen het h.v.b. en de gevangenis. Het is beslist niet zo dat we voor de zekerheid twee gedetineerden met eengelijkluidende achternaam hebben opgepakt.

3. De beoordeling
Met betrekking tot onderdeel a.
Gelet op hetgeen ter zitting en uit de stukken naar voren is gekomen, is de beroepscommissie van oordeel dat de opgelegde maatregel van plaatsing in afzondering voor de duur van veertien dagen niet in strijd is met de wet en bijafweging van alle in aanmerking komende belangen evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook wat dit onderdeel betreft ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot onderdeel b.
Blijkens de beslissing van 13 september 2002 en gelet op de toelichting van de directeur ter zitting is besloten tot verlenging van de maatregel van plaatsing in afzondering voor de duur van veertien dagen, extern te ondergaan op del.a.a. Nieuw Vosseveld, op verzoek van de selectiefunctionaris op grond van het feit dat er elders nog geen plek was gevonden om klager naar toe over te plaatsen. Bovendien stelt de beroepscommissie vast dat na ontvangst van deinformatie van het meldpunt Grip geen (nader) onderzoek is gedaan. Voor verlenging van een maatregel geldt in het wettelijk systeem de eis dat de gronden die voor de oplegging van de maatregel bestaan voortduren. De verlenging vande maatregel heeft in het geheel niet als grond (nader onderzoek naar) vluchtgevaar. Om die reden is de verlenging van de maatregel in strijd met de wet. Het beroep zal dan ook wat dit onderdeel betreft gegrond worden verklaard. Nude rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, zal aan klager een tegemoetkoming worden toegekend van € 140,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot onderdeel a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep met betrekking tot onderdeel b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 140,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. drs. A. Rook, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 26 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven