Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0699/GB, 23 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/699/GB

Betreft: [klager] datum: 23 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 20 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1969], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 maart 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 12 maart 2003 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te of in de nabijheid van Almere afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 februari 2003 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het huis van bewaring (h.v.b.) De Geerhorst te Sittard.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager wenst in aanmerking te komen voor plaatsing in de regio in verband met het transport naar de rechtbank, de woonplaats van de advocaat en het bezoek van zijn schoolgaande kinderen die in Almere wonen. Uiteraard gaat zijnvoorkeur daarbij uit naar het h.v.b. te Almere, maar elk h.v.b. dichterbij Almere dan Sittard is wenselijk.
Het is logistiek gezien niet praktisch dat een verdachte die uit Almere komt en wiens strafzaak in Rotterdam loopt in Zuid-Limburg wordt geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft om overplaatsing verzocht in verband met bezoekredenen. Dit is, gezien de druk op de h.v.b.-capaciteit in het westen van het land, geen reden om klager over te plaatsen. Wanneer klager afgestraft is, zal rekening wordengehouden met zijn verzoek.
In de afwijzende beslissing staat dat klager onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij Almere overgeplaatst wil worden. Er is niet gebleken van een medische reden of ernstige sociale problemen die overplaatsing noodzakelijk maken.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. De beroepscommissie concludeert dat klager in een h.v.b. is geplaatst dat zowel veraf isgelegen van het vervolgende parket als van zijn woonplaats. Het verzoek van klager houdt in dat hij wil worden overgeplaatst naar een h.v.b. dat dichter in de buurt van Almere ligt danwel naar het h.v.b. in Almere. Daarbij beroeptklager zich mede op zijn thuissituatie die dusdanig is dat bezoek voor zijn vrouw, die thans vier kinderen moet opvoeden, zeer belastend is. Op klagers verzoek is een positief advies van de inrichting gevolgd, terwijl het openbaarministerie geen bezwaar tegen de toewijzing van het verzoek heeft. De aan klager opgelegde beperkingen, die volgens het openbaar ministerie nog van invloed op de beslissing op het verzoek zouden kunnen zijn, zijn inmiddelsopgeheven.
De beslissing van de selectiefunctionaris is, nu niet blijkt in hoeverre met bovengenoemde omstandigheden is rekening gehouden, onvoldoende gemotiveerd.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd en zal de selectiefunctionaris worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak, binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 23 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven