Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0193/GA, 16 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 03/193/GA

betreft: [klager] datum: 16 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 13 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 december 2002 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught te Vught, waarvan op 7 januari 2003 afschriften zijn verzonden aan klager en aan de directeur.

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouwe mr. J. Serrarens, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet uitreiken van een krant op 31 oktober 2002.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is geabonneerd op een Turks dagblad. Op 31 oktober 2002 is die krant niet aan klager uitgereikt omdat er een handgeschreven tekst op de voorpagina van die krant stond. De beklagcommissie heeft kennis genomen van diehandgeschreven tekst. Een en ander is evenwel niet ter kennis van klager en zijn raadsvrouwe gebracht. Klager vraagt de beroepscommissie er bij de directeur van de Extra Beveiligde Inrichting Nieuw Vosseveld (e.b.i) op aan te willendringen dat klager en zijn raadsvrouw alsnog kennis kunnen nemen van die (handgeschreven) tekst. Klager heeft belang om te weten wie die tekst op de voorpagina heeft geplaatst. Klager is van mening dat de bewuste krant aan hem hadmoeten worden uitgereikt, desnoods zonder de voorpagina. Klager had belang bij de uitreiking van de krant. Het is voor hem de enige nieuwsbron. Daarnaast betaalde hij voor een abonnement op dat dagblad.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Het verzoek om kennis te nemen van de tekst wordt afgewezen.
Ingevolge artikel 36, vierde lid, van de Pbw, kan de directeur de verzending of uitreiking van bepaalde brieven of andere poststukken alsmede bijgesloten voorwerpen weigeren, indien dit noodzakelijk is met het oog op de handhavingvan de orde en veiligheid in de inrichting, de voorkoming of opsporing van strafbare feiten, de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven.
Vaststaat dat een op een voor klager bestemde krant in handschrift in een vreemde taal een mededeling is gedaan. In het midden kan blijven voor wie die mededeling bestemd is. De beslissing van de directeur om de krant niet uit tereiken is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin onredelijk of onbillijk worden geacht. De beslissing van de directeur kan namelijk aangemerkt worden als een beslissing diegenomen is in het belang van de orde of veiligheid in de e.b.i. Het beklag moet daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, onder wijziging van gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven