Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2384/TA, 12 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:12-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer: 17/2384/TA

betreft: [klager]datum: 12 januari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 juli 2017 van de beklagcommissie bij het centrum voor transculturele psychiatrie Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 december 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. A.L. Louwerse en

[…], directiesecretaris bij de inrichting.

Klagers raadsvrouw heeft meegedeeld dat klager verlof heeft en niet ter zitting zou verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft een ordemaatregel van afzondering van klager, ingaande op 27 januari 2017 en eindigend op 31 januari 2017 (VE 2017-000017).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting

Klagers raadsvrouw en de vertegenwoordiger van het hoofd van de inrichting hebben het woord gevoerd overeenkomstig hun standpunten zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3.  De beoordeling

Uit de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de ordemaatregel op 27 januari 2017 om 15.00 uur is ingegaan en dat klager daarna om 15.30 uur daarover is gehoord. Namens het hoofd van de inrichting is dit erkend en als verklaring hiervoor isgegeven dat een afdelingshoofd van een andere afdeling moest worden gehaald om klager te horen. Naar het oordeel van de beroepscommissie is hiermee niet voldaan aan artikel 53, eerste lid, van de Bvt. Zij zal derhalve in zoverre het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt vernietigen en het beklag gegrond verklaren. Zij kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 5,=.

Hetgeen voor het overige in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

4.  De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het te laat horen van klager gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart het beklag op dit punt gegrond en kent klager ter zake een tegemoetkoming toe van € 5,=.

Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en drs. W.A.Th. Bos, leden, in tegen-woordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 januari 2018.

 

 

     

 

secretarisvoorzitter

Naar boven