Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1837/GB, 22 december 2017, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/1837/GB

 

Betreft:            [klager]            datum: 22 december 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 juni 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 14 januari 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 12 mei 2017 is overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Leeuwarden, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

 

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klagers familie moet vier en een half uur rijden naar de p.i. Leeuwarden en komt hem daardoor niet meer bezoeken. Uit protest doet klager niet mee aan het dagprogramma en hij lucht ook niet, zodat hij 24 uur per dag op cel verblijft. Dat nog geen dreigementen richting klager zijn geuit, heeft dan ook niet te maken met de inrichting waarin hij is geplaatst. Als klager zou deelnemen aan het dagprogramma, zou het – net als in het Justitieel Complex (JC) Zaanstad en de locatie Zuyder Bos – ook in de p.i. Leeuwarden misgaan. De onveilige situatie is door eerdere inrichtingen zelf gecreëerd, door klager niet direct in de Extra Zorgvoorziening (EZV) met een individueel regime te plaatsen. Toen klager daar (in het JC Zaanstad) wel verbleef, ging het goed. Dat klager in de regio Amsterdam herkend zou worden, is geen argument hem daar niet te plaatsen, nu klager door landelijke media-aandacht overal herkend wordt. Dit is in de p.i. Leeuwarden ook al gebeurd. In de locatie Zuyder Bos was een veiligheidsrisico ontstaan, doordat klager op een medegedetineerde was afgestapt die over hem praatte. Herkenning door medegedetineerden leidt echter niet altijd tot veiligheidsrisico’s. Dit is afhankelijk van de afdeling waarin klager wordt geplaatst. Er zijn inrichtingen met een afgeschermde afdeling, waaronder binnenkort het JC Zaanstad, waar klager graag geplaatst wil worden. Die locatie is ideaal voor bezoek van familie, vrienden en advocaten en voor zittingen van het Hof Amsterdam. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft al eens geoordeeld dat afgestraften niet zo ver van familie, vrienden en advocaten geplaatst mogen worden.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is in drie inrichtingen in de regio Amsterdam bedreigd door medegedetineerden, zodat zijn veiligheid niet meer gegarandeerd kon worden. In de p.i. Leeuwarden is klager in de EZV geplaatst, zodat hij goed gemonitord kan worden. Daar is geen sprake van dreigementen richting klager. Klager heeft aangegeven dat men niet bang hoeft te zijn voor dreigingen richting hem, maar voor dreigingen van hem naar anderen, wanneer zij hem ‘verkeerd aankijken’.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager is overgeplaatst vanuit de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, omdat daar sprake was van veiligheidsrisico’s. Deze waren ontstaan, doordat klager werd herkend door medegedetineerden, die hem vervolgens – zo blijkt uit het selectieadvies – kort na binnenkomst al bedreigden. Dat klager om deze reden overgeplaatst diende te worden, betwist klager niet. De vraag die voorligt, is dus slechts of klager naar een andere gevangenis dan die van de p.i. Leeuwarden overgeplaatst had moeten worden.

4.2.      Ingevolge artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden gedetineerden die tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging geplaatst. Indien in het arrondissement van vestiging geen gevangenis is aangewezen of geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. De gevangenis van de p.i. Leeuwarden bevindt zich niet in dit arrondissement (Zeeland-West-Brabant) en evenmin in een aanpalend arrondissement, zodat plaatsing van klager in de gevangenis van de p.i. Leeuwarden reeds hierom in beginsel niet de voorkeur heeft. Bovendien speelt klagers veiligheid een rol.

4.3.      De beroepscommissie begrijpt dat de zorg voor klagers veiligheid met zich meebrengt dat klager in diverse inrichtingen niet (meer) geplaatst kan worden. De selectiefunctionaris heeft evenwel noch in de beslissing tot overplaatsing, noch in de beslissing op bezwaar, noch in beroep aangegeven dat en waarom klager niet in bijvoorbeeld het JC Zaanstad geplaatst zou kunnen worden. Daar kan hij, met name met het oog op zijn veiligheid, in een individueel regime worden geplaatst.

4.4.      Gelet op het voorgaande is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris ontoereikend gemotiveerd. De bestreden beslissing dient daarom te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 22 december 2017

 

                                                            

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven