Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1266/GA, 15 december 2017, beroep
Uitspraakdatum:15-12-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1266/GA

 

betreft: […]      datum: 15 december 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Ppw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een uitspraak van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Op 2 en 4 oktober 2017 zijn door de directeur en mr. J.J. Serrarens nadere stukken opgestuurd die naar partijen zijn doorgestuurd.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 oktober 2017, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw

mr. J.J. Serrarens, en de […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos. De behandeling ter zitting is gedeeltelijk zonder tolk in de Engelse taal gedaan. De directeur heeft hiertegen formeel bezwaar gemaakt, maar ermee ingestemd dat de behandeling doorgang kon vinden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

      

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft:

- het feit dat een in juni 2016 gepland bezoek aan de tandarts geen doorgang kon vinden (2016/573)

- de wijze waarop klager op 7 juli 2016 naar een zitting van de RSJ is vervoerd (2016/574)

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Met betrekking tot klacht 2016/573 is het belangrijkste punt dat het behandelplan met betrekking tot klagers gebit ten dele is uitgevoerd. Klager heeft in detentie problemen met zijn gebit gekregen, deze problemen zijn verergerd omdat hij niet tijdig dan wel niet de juiste behandeling kreeg. Met de behandeling van klagers gebit was in de locatie Norgerhaven te Veenhuizen begonnen. Begin 2016 is al een afspraak gemaakt voor een bezoek aan de tandarts in Rolde in juni 2016. Op 23 juni 2016 kreeg klager te horen dat deze afspraak niet zou doorgaan. Verdere behandeling door de tandarts in Rolde is noodzakelijk en deze kan niet door een tandarts in de p.i. worden uitgevoerd. Per brief van 23 juni 2016 heeft klagers raadsvrouw vestigingsdirecteur […] verzocht om te realiseren dat de noodzakelijke behandeling alsnog zal worden hervat. Op 5 juli 2016 ontving de raadsvrouw een reactie van 30 juni 2016 van plv. vestigingsdirecteur […] op haar verzoek, waarin het verzoek om veiligheidsredenen is afgewezen. Het is niet duidelijk wat hier mee wordt bedoeld. Klager is niet vluchtgevaarlijk en is dat ook niet geweest. Klager is eind juli vanuit de p.i. Heerhugowaard overgeplaatst. Een nieuwe tandartsafspraak is niet meer gemaakt. De afspraak had niet afgezegd hoeven te worden en vervolgens is niet tijdig een nieuwe afspraak gemaakt. Klager had ook met BOT naar de tandarts vervoerd kunnen worden, of de tandarts had naar de p.i. Heerhugowaard kunnen komen.

Met betrekking tot klacht 2016/574 het volgende. Klager werd geblinddoekt en geboeid vervoerd naar de zitting van de RSJ in Krimpen aan den IJssel en kon onderweg nauwelijks ademen. De veiligheidskleding waarin klager is vervoerd zat dusdanig strak dat hij de rest van de dag pijn heeft gehad. Het is voor klager volstrekt onduidelijk waarom het BOT-vervoer noodzakelijk was. Zijn mentor was er ook niet blij mee, hij was niet geïnformeerd. De directeur wenste geen uitleg te geven. Als er al sprake was van veranderingen in het gedrag van klager dan zijn daar geen maatregelen tegen genomen. Klager ging gewoon wandelen in de tuin en hij heeft vragen van het personeel beantwoord over pakketjes die op de luchtplaats werden gegooid. Klager stelde voor een net over de luchtplaats te spannen, dat is alles. De directeur heeft informatie aan DV&O doorgegeven, maar het is de vraag welke informatie dat is geweest. Verwezen wordt naar een emailbericht van 6 maart 2017 waarin inlichtingen van de directeur op de klachten naar de raadsvrouw zijn gestuurd. Daarin staat dat veranderingen in het gedrag van klager door de signaalgroep van de p.i. Heerhugowaard zijn besproken en dat deze informatie is doorgegeven aan DV&O, een datum waarop dit is gebeurd ontbreekt. Vanaf het moment dat klager naar de locatie De Schie te Rotterdam was overgeplaatst, is hij niet meer met BOT vervoerd.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Met betrekking tot klacht 2016/573. De directeur meent dat hij zorgvuldig heeft gehandeld en heeft voldaan aan zijn zorgplicht. In verband met de wijziging van het veiligheidsniveau van het vervoer van klager naar BOT, kon de tandartsafspraak niet doorgaan. DV&O heeft beslist dat het niet veilig was om klager naar de tandartsafspraak te vervoeren. De directeur heeft alle belangen afgewogen en aan het belang dat klager een tandarts zou bezoeken minder zwaar gewicht toegekend. De directeur hoeft beveiligingsmaatregelen niet nader uit te leggen, alle informatie is besproken en onderzocht. Het regelen van een nieuwe afspraak met de tandarts is niet zomaar gedaan. Er gelden procedures en dan kan een afspraak niet op dezelfde dag geregeld zijn. Een nieuwe afspraak wordt door de eigen tandarts van de p.i. gemaakt en die heeft ook te maken met de agenda van de andere tandarts.

Met betrekking tot klacht 2016/574. De wijze van vervoer is niet een beslissing van de directeur. De DV&O beslist hoe iemand vervoerd moet worden. In dit geval is het vervoer van klager gewijzigd van normaal naar BOT. Er was informatie over klager die op zichzelf staand niets hoeft te betekenen, maar in samenhang bezien wel. Er werden kleine veranderingen in het gedrag van klager geconstateerd. Dat had te maken met vragen die klager stelde, veranderingen in emotie, de beslissing om wel of niet naar de luchtplaats te gaan. Die informatie, die is verkregen in de periode voorafgaand aan de tandartsafspraak in juni 2016, is geïnterpreteerd door DV&O.

 

3.         De beoordeling

Beklag 2016/573

Gelet op de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, was er voldoende informatie aanwezig in verband met de veiligheid rondom klagers vervoer naar een externe tandartsafspraak, op grond waarvan die afspraak in redelijkheid kon worden afgezegd. De directeur heeft zich vervolgens voldoende ingespannen om een nieuwe tandartsafspraak voor klager te maken. Dit heeft naar het oordeel van de beroepscommissie, waarbij rekening gehouden moet worden met de beschikbaarheid van de externe tandarts, niet te lang geduurd. Het feit dat het niet is gelukt om een nieuwe afspraak te maken voordat klager werd overgeplaatst, doe aan het vorenstaande niet af. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Beklag 2016/574

Ingevolge artikel 26, aanhef en vierde lid, onder c, van de Pbw stelt de directeur een gedetineerde in de gelegenheid onder door hem te stellen voorwaarden de inrichting te verlaten teneinde een gerechtelijke procedure bij te wonen, indien de gedetineerde bij het bijwonen van de procedure een aanmerkelijk belang heeft en tegen het verlaten van de inrichting hiertoe geen overwegend bezwaar bestaat.

De beroepscommissie is van oordeel dat er onvoldoende concrete feiten en omstandigheden zijn aangedragen op grond waarvan kon worden beslist om klager met BOT en de bijbehorende ingrijpende veiligheidsmaatregelen te vervoeren. Gebleken is dat de directeur informatie over klager heeft verschaft aan het GRIP en DV&O. De directeur is dan ook verantwoordelijk voor de wijze van vervoer van klager en de beslissing om klager met BOT naar een zitting van de RSJ te vervoeren moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.

Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en aan klager zal voor het door hem ondervonden ongemak een tegemoetkoming van € 10,= worden toegekend.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot 2016/573 ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Zij verklaart het beroep met betrekking tot 2016/574 gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 15 december 2017

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven