Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0671/GB, 11 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:11-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/671/GB

Betreft: [klager] datum: 11 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 13 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1963], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 februari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen naar unit 4 BIBA (hierna BIBA) te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 12 oktober 2002 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Nieuwegein te Nieuwegein. Op 13 maart 2003 is hij geplaatst in de BIBA te Den Haag, waar een individueel regime geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van achttien maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 25 oktober 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 30 september 2003.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager zou graag uitleg willen hebben waarom hij voor de BIBA geselecteerd is. Gesproken wordt over klagers verleden,zijn rapportages en zijn impulsieve en (verbaal) agressieve reacties. In Nieuwegein is klager eenmaal achter de deur geplaatst, omdat hij zijn stem verhief. Klager heeft nooit een rode kaart gehad in het h.v.b. en is nooit in deisoleercel beland. Hij zit momenteel 22 uur per dag op cel en maakt daar geen probleem van. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden en niet tot een straf in de BIBA. Sinds 2000 zit hij zo'n 20 uur per dagop cel. Het wordt tijd dat daar verandering in komt. Hij heeft het gevoel dat men hem fysiek probeert te vermoorden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld voor een delict gepleegd tijdens een tbs-verlof. Een andere plaatsing dan de BIBA lijkt onwenselijk dan wel onverantwoord, gezien het verleden van klager en het feit dat hij na ommekomst van de gevangenisstrafals tbs-passant verder ingesloten zal blijven, tenzij hij dan reeds in een tbs-kliniek is opgenomen. Ook klagers persoonlijkheid maakt een plaatsing in een structuur, waar naast de beheersbaarheid tevens mogelijkheden totbegeleiding aanwezig zijn, zoals in de BIBA nadrukkelijk geïndiceerd.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis BIBA is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Een gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel regime kunnengedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime vanalgehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.
Uit de stukken is gebleken dat klager tijdens een proefverlof gedurende zijn tbs-behandeling zijn vriendin mishandeld heeft en getracht heeft haar uit het raam te gooien. Klager is in het verleden meermalen veroordeeld voorgeweldsdelicten en verkrachtingen en heeft in meerdere tbs-klinieken verbleven. Volgens uitgebrachte rapportages neemt klager snel zijn toevlucht tot imponerend en paranoïde gedrag en voelt hij zich snel gekrenkt of tekort gedaanwaarop hij reageert met complottheorieën en betrekkingstheorieën. Hierbij is niet alleen een dreiging van agressie aanwezig maar ook het gevaar van seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens vrouwen. Tijdens zijn huidige detentieheeft klager zich op vergelijkbare wijze gedragen; geconcludeerd wordt dat klager als zeer gevaarlijk en onvoorspelbaar kan worden aangemerkt. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris de omtrentklagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens in redelijkheid heeft kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de beslissing klager vooralsnog te plaatsen in de een individueel regime niet instrijd met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk aan te merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven