Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4224/GA, 17 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          16/4224/GA

 

betreft: [klager]            datum: 17 juli 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 december 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R.I. Kool om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag houdt in dat klager het niet eens is met zijn behandelplan (VU 2016/001187).

 

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Bij ontvangst van het behandelplan constateerde klager feitelijke onjuistheden. Volgens het personeel kon hij aan het behandelplan commentaar toevoegen, hetgeen hij heeft gedaan. Klagers psychiater gaf hem te kennen dat het commentaar niet toegevoegd zal worden.

De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Feitelijk is in het beroep hetzelfde aan de hand. Klager heeft weer een aantal stukken toegevoegd zonder dat dit bijdraagt aan concretisering van het beroep.

 

3.         De beoordeling

Klager is het oneens met zijn behandelplan. Dit beklag is niet gericht tegen een door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Klager kan daarom niet in zijn beklag worden ontvangen. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van S.C. Vogel, secretaris, op 17 juli 2017.

 

 

 

                                    

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven