nummer: 17/2823/GM
betreft: [klager] datum: 5 december 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Roermond,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 15 augustus 2017 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klagers raadsman, mr. T. van Assendelft de Coningh en […], inrichtingsarts bij de p.i. Roermond. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 11 juli 2017, betreft het niet (langer) voorschrijven van bio-oil in verband met een huidaandoening (striae).
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht. Begin 2014 zijn klagers klachten omtrent striae geleidelijk aan toegenomen. De gevoeligheid van de huid is toegenomen door zes dagen per week te trainen. Na overleg met de medische dienst heeft klager vanaf juni 2014 gebruik gemaakt van bio-oil en biodermal. Deze producten zorgen voor een afbouwend effect van het probleem en leverden een zichtbare verbetering op. Klager heeft dus een belang dat deze producten blijven worden voorgeschreven. De huisarts heeft geconstateerd dat de striae in hevigheid zijn toegenomen en dat een nieuw littekenweefsel is ontstaan. Bij klager is sprake van rode striae, klager is dus gebaat bij het middel. Het zelf aanschaffen en financieren van het middel is een mogelijkheid waarin klager zich zou kunnen vinden. Bio-oil werkt bij klager en voorkomt striae. Andere middelen werken bij klager niet. Er zijn geen mogelijkheden om dit product in de inrichtingswinkel aan te schaffen.
De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Aan klager is enige tijd bio-oil voorgeschreven, omdat de inrichtingsarts er vanuit ging dat het een zelfzorgmiddel betrof. Echter bio-oil valt onder de drogisterij producten en deze worden niet op recept geleverd. Dit is klager medegedeeld. Drogisterij producten kunnen worden besteld in de inrichtingswinkel. Ondanks het feit dat klager lange tijd bio-oil gebruikt, zijn de striae nooit verdwenen, maar zijn er striae bijgekomen. Het is niet rationeel om een behandeling te continueren, die geen effect lijkt te hebben. Uit de literatuur blijkt dat er geen enkele evidence based therapie is voor striae. Ook oliën vallen onder deze categorie. DJI heeft recent de zorgverleners laten weten terughoudend om te gaan met zorg die uitgesteld kan worden tot na detentie en zorg die medisch noodzakelijk is. De behandeling van striae is geen medische noodzaak en een eventuele behandeling kan uitgesteld worden tot na detentie. Indien een medicament eens is voorgeschreven, kunnen daaraan geen rechten worden ontleend, zodat de medicijnen chronisch worden voorgeschreven. Striae zijn onder andere beschreven als bijwerking van het gebruik van anabole steroïden, wat bij klager ook het geval is geweest. Deze striae zijn therapieresistent. Samenvattend is de behandeling met bio-oil medisch niet te onderbouwen. De recidieven bewijzen dit eens te meer.
3. De beoordeling
Uit het verstrekkingenpakket DJI 2017 komt naar voren dat drogisterij-artikelen zoals in onderhavige casus bio-oil, niet door DJI worden vergoed en door klager zelf moeten worden aangeschaft. De beroepscommissie volgt het standpunt van de inrichtingsarts dat er geen medische indicatie is om bio-oil desondanks aan klager voor te schrijven. Klager gebruikt bio-oil al langer, maar de striae zijn volgens de inrichtingsarts nooit verdwenen. Van de zorgverlener kan enkel vanwege het feit dat hij eerder bio-oil wel heeft voorgeschreven, zij het onder de verkeerde veronderstelling dat het een zelfzorgmiddel betrof, niet worden verwacht dat hij om die reden buiten zijn professionele opvattingen dient te stappen. Gelet hierop kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, dr. ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 5 december 2017
secretaris voorzitter