Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2652/SGA, 11 augustus 2017, schorsing
Uitspraakdatum:11-08-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          : 17/2652/SGA

Betreft : [klager]          datum: 11 augustus 2017

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

 

[..], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

 

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 6 augustus 2017, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, ingaande op 7 augustus 2017 om 07.30 uur en eindigend op 12 augustus 2017 om 07.30 uur, wegens het bij een celinspectie aantreffen van contrabande, te weten een aantal USB-sticks (onder meer) bevattende pornografisch materiaal, pornografische foto’s en herschrijfbaar materiaal. Daarnaast is de verzegeling van de televisie verbroken. Een en ander is in strijd met de orde, rust en veiligheid in de inrichting.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 7 augustus 2017 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 9 augustus 2017.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. 

Het in de verblijfsruimte voorhanden hebben van USB-sticks en herschrijfbare cd’s zonder toestemming van de directeur is in beginsel strafwaardig gedrag. Dat geldt ook voor het in de verblijfsruimte voorhanden hebben van een televisie waarvan de verzegeling is verbroken. Gelet daarop kon de directeur – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – een disciplinaire straf opleggen.

Namens verzoeker is aangevoerd dat de opgelegde disciplinaire straf niet strookt met het algemeen geldende sanctiebeleid als vermeld in de “Sanctiekaart 2016 Landelijk” omdat volgens dat beleid voor feiten als het onderhavige maximaal een disciplinaire straf een straf van vier dagen opsluiting in de eigen verblijfsruimte zou mogen worden opgelegd.

De Sanctiekaart 2016 is een landelijke richtlijn voor de strafoplegging binnen penitentiaire inrichtingen. Zij is ontworpen om te komen tot een uniformering van de sanctierichtlijnen binnen de penitentiaire inrichtingen van de Dienst Justitiële Inrichtingen.

Van die richtlijn mag de directeur afwijken indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Die afwijking moet in beginsel zijn gemotiveerd en de motivering moet zijn opgenomen in de beslissing waarbij de disciplinaire straf is opgelegd.

In de mededeling van de bestreden beslissing is niet gemotiveerd waarom sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de directeur in dit geval een langer durende disciplinaire straf heeft opgelegd dan volgens het landelijk geldende beleid zou moeten worden opgelegd. De enkele opsomming van de aangetroffen verboden voorwerpen kan, ook gelet op de aard van die voorwerpen, niet als een genoegzame motivering gelden.

Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de directeur zijn bestreden beslissing onvoldoende heeft onderbouwd. Het verzoek komt daarom voor toewijzing in aanmerking.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang, tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 11 augustus 2017.

 

 

secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven