Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3529/SGA, 24 oktober 2017, schorsing
Uitspraakdatum:24-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 17/4225/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 22 december 2017

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 14 december 2017, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van in totaal 11 dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel wegens een positieve urinecontrole (5 dagen) en het beledigen van het personeel (6 dagen) met ingang van 13 december 2017 om 14.00 uur en eindigend op 24 december 2017 om 14.00 uur.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 14 december 2017.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit de schriftelijke mededeling van de opgelegde disciplinaire straf volgt dat deze op 14 december 2017 om 13.59 uur is uitgereikt aan verzoeker. Anders dan verzoeker stelt is – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – derhalve niet gebleken dat de schriftelijke mededeling te laat is uitgereikt.

Voorts stelt de voorzitter vast dat uit de schriftelijke mededeling volgt dat de disciplinaire straf van in totaal elf dagen bestaat uit vijf dagen in verband met een positieve urinecontrole en zes dagen in verband met belediging van het personeel. Gelet op het  algemeen geldende beleid binnen de penitentiaire inrichting inzake sancties zoals neergelegd in (onder meer) de landelijk geldende Sanctiekaart 2016 waarin voor verbale agressie naar het personeel een maximum straf van drie dagen is vermeld is oplegging van een disciplinaire straf van in totaal 11 dagen, zonder nadere motivering waarom – voor wat betreft het beledigen van het personeel – is afgeweken van het in de Sanctiekaart genoemde maximum, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter onredelijk en onbillijk. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur totdat de beklagcommissie op het beklag heeft beslist. 

Aldus gedaan door mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 22 december 2017

 

                                                

secretaris         voorzitter

 

Naar boven