Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1604/TA, 8 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:08-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1604/TA

 

betreft: [Klager]           datum: 8 september 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 2 mei 2017 van de beklagcommissie bij bovengenoemde inrichting, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, voor zover het beklag inhoudelijk gegrond is verklaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 juli 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, heeft de behandeling van het beroep plaatsgehad. Klager heeft afstand gedaan van het recht ter zitting te worden gehoord. Op 17 juli 2017 is namens het hoofd van de inrichting schriftelijk bericht dat geen vertegenwoordiger ter zitting zou verschijnen.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de beslissing van 9 februari 2017 tot opschorting van klagers transmuraal verlof (PN 2017/068).

 

De beklagcommissie heeft het beklag inhoudelijk en wegens niet naleving van vormvoorschriften gegrond verklaard en klager ter zake een tegemoetkoming van totaal

€ 60,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van het hoofd van de inrichting en klager

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep schriftelijk als volgt - samengevat - toegelicht.

Klagers transmuraal verlof is opgeschort vanwege een te hoge THC-score bij een urinecontrole. Het is de bedoeling dat klager helemaal geen drugs gebruikt, maar bij wijze van gedoogbeleid was het voorheen de afspraak dat klager positief mocht scoren op cannabis tot een THC-waarde van maximaal 1500 ng/ml. Op 1 januari 2017 heeft de inrichting een ander laboratorium in de arm genomen. Dit laboratorium meet geen THC-waarden boven 1000 ng/ml. Als gevolg daarvan is de verlofvoorwaarde bijgesteld, in die zin dat klagers THC-waarde bij een urinecontrole niet meer boven de 1000 ng/ml mag uitkomen.

Klager wist vanaf 4 januari 2017 dat de afspraak over het drugsbeleid mogelijk zou worden bijgesteld. Op 25 januari 2017 is klager meegedeeld dat zijn THC-waarde bij urinecontroles voortaan niet meer boven de 1000 ng/ml mocht uitkomen. Klager heeft voldoende tijd gehad zijn gebruik daaraan aan te passen. Op 2 februari 2017 is bij klager een urinecontrole afgenomen. Daarbij heeft hij een THC-waarde gescoord van meer dan 1000 ng/ml. Om die reden is beslist klagers verlof op te schorten, dat op 22 februari 2017 weer is hervat.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

De beroepscommissie verstaat het beroep van het hoofd van de inrichting aldus dat het alleen is gericht tegen de beslissing van de beklagcommissie het beklag inhoudelijk gegrond te verklaren, nu het hoofd van de inrichting in beroep geen gronden heeft aangevoerd ten aanzien van de beslissing van de beklagcommissie het beklag (ook) wegens niet naleving van vormvoorschriften gegrond te verklaren.

In beroep is dus alleen aan de orde de vraag of het hoofd van de inrichting in redelijkheid heeft kunnen beslissen tot opschorting van klagers transmuraal verlof. 

Aan het transmuraal verlof is de voorwaarde verbonden dat klager zich onthoudt van het gebruik van drugs. Met die voorwaarde wordt ernaar gestreefd dat klager in het geheel geen drugs meer gebruikt, maar bij wijze van gedoogbeleid is met klager aanvankelijk de afspraak gemaakt dat zijn THC-waarde bij urinecontroles in ieder geval niet hoger mocht zijn dan 1500 ng/ml. Op of omstreeks 23 januari 2017 is die afspraak gewijzigd, in die zin dat klagers THC-waarde bij urinecontroles voortaan niet meer hoger mag zijn dan 1000 ng/ml. Dat is op 25 januari 2017 aan klager kenbaar gemaakt.

Vaststaat dat klager bij een urinecontrole op 2 februari 2017 een THC-waarde heeft gescoord van boven de 1000 ng/ml. Daarmee heeft klager in strijd gehandeld met de voor hem kenbare, gewijzigde afspraak inzake het drugsgebruik. De omstandigheid dat mogelijkerwijs voor klager niet duidelijk was hoeveel softdrugs hij op basis van de nieuwe THC-afkapwaarde kon gebruiken, kan de inrichting niet worden tegengeworpen.

Gezien het vorenstaande kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld, en verklaart het beklag (inhoudelijk) alsnog ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit

mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 8 september 2017

 

                                                         

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven