Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3379/SGA, 10 okober 2017, schorsing
Uitspraakdatum:10-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          : 17/3379/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 10 oktober 2017

 

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

 

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Sittard.

 

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 6 oktober 2017, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, voor de duur van veertien dagen, ingaande op 6 oktober 2017 om 13.00 uur en eindigende op 20 oktober 2017 om 13.00 uur, wegens het poseren en versturen van een foto via het e-mailadres van een medegedetineerde naar het e-mailadres van zijn vriendin.

 

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 9 oktober 2017 alsmede van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie bij voornoemde locatie inhoudende dat het schorsingsverzoek als nieuwe klacht is ingeboekt.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur, waaronder een verslag van 5 oktober 2017,  is het volgende naar voren gekomen. Op 5 oktober 2017 is door een personeelslid geconstateerd dat er foto’s van gedetineerden, waaronder die van verzoeker, stonden op de pc die op de Electronica Outlet stond. Betreffende personeelslid sprak het vermoeden uit dat de foto’s zijn gedeeld met externe bronnen omdat op deze pc totaal geen controle is op het internet. Volgens de directeur bezit verzoeker vanwege zijn werkzaamheden voor de Electronica Outlet de inloggegevens, wachtwoord en beveiligingsvraag van het mailaccount. Met deze p.c. is een zogenaamde test-gsm verbonden geweest. Al voor 5 oktober 2017 zou zijn opgevallen dat gedetineerde pagina’s snel wegklikte en was het vermoeden ontstaan dat medegedetineerde T. een foto had gemaakt met de test-gsm. Blijkens de schriftelijke neerslag van de beslissing van de directeur is de thans bestreden disciplinaire straf aan verzoeker opgelegd vanwege het poseren en versturen van een foto via het e-mailadres van een medegedetineerde naar het e-mailadres van zijn vriendin. Dat verzoeker via het emailadres van een medegedetineerde een foto heeft gemaild naar zijn vriendin is echter op geen enkele wijze aannemelijk geworden. Er bestaat slechts een vermoeden dat dit is gebeurd. De directeur had deze beslissing dan ook niet in redelijkheid kunnen nemen. Gelet op het voorgaande komt de beslissing van de directeur voor schorsing in aanmerking.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

 

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 10 oktober 2017.

 

                             

 

 

secretaris         voorzitter

 

Naar boven