Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3347/SGA, 5 oktober 2017, schorsing
Uitspraakdatum:05-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 17/3347/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 5 oktober 2017

 

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

 

[…], verder verzoeker te noemen, in het kader van zijn deelname aan een penitentiair programma administratief ondergebracht bij de Extra Murale Detentie (EMD) van de locatie Hoogvliet te Rotterdam.

 

Verzoeker vraagt - zo verstaat de voorzitter - om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 3 oktober 2017, inhoudende de plaatsing in een gesloten inrichting met ingang van 3 oktober 2017. Deze beslissing is genomen in afwachting van de beslissing van de selectiefunctionaris.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur. De voorzitter verstaat dat de secretaris van de beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet het schorsingsverzoek als klacht heeft ingediend.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Verzoeker, die in het kader van zijn deelname aan een penitentiair programma administratief is ondergebracht bij de Extra Murale Detentie (EMD) van de locatie Hoogvliet te Rotterdam, is op 27 september 2017 door de politie aangehouden op verdenking van een strafbaar feit. Verzoeker is vervolgens op 2 oktober 2017, zo begrijpt de voorzitter, zonder dagvaarding maar nog wel als verdachte heengezonden. De directeur, die op 29 september 2017 hiervan op de hoogte is gebracht door de Reclassering Nederland, heeft vervolgens op 3 oktober 2017 de selectiefunctionaris verzocht een definitief besluit te nemen, en besloten om verzoeker in afwachting van die beslissing van de selectiefunctionaris in een gesloten setting te plaatsen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kon de directeur deze beslissing in redelijkheid nemen. De voorzitter merkt hierbij wel op dat de directeur in de schriftelijke neerslag van deze beslissing als ingangsdatum 3 oktober 2017 om 00.00 uur heeft genoemd maar geen einddatum heeft genoemd. De voorzitter gaat er van uit dat de einddatum in ieder geval het moment zal zijn dat de selectiefunctionaris een beslissing zal hebben genomen. De voorzitter gaat er van uit dat deze beslissing spoedig zal worden genomen. Gelet op het vorenstaande zal het verzoek worden afgewezen.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

 

Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 5 oktober 2017.

 

                     

 

 

 

secretaris         voorzitter

 

Naar boven