Nummer: 17/3869/GB
Betreft: [klaagster] datum: 23 november 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[…], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 15 november 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich op 21 november 2017 te melden in de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2 ongegrond verklaard.
2. De feiten
Op 24 oktober 2017 is klaagster opgeroepen zich op 21 november 2017 te melden in de locatie Zwolle Zuid 2 voor het ondergaan van 90 dagen gevangenisstraf. Zo leest de beroepscommissie in de bestreden beslissing van 15 november 2017. Op 2 november 2017 heeft klaagster hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 15 november 2017 ongegrond is verklaard. Op 20 november 2017 is aan klaagster in het kader van haar beroepsprocedure uitstel van haar melddatum verleend tot 27 november 2017 en heeft zij een nieuwe oproep gekregen zich op 27 november 2017 te melden in de locatie Zwolle Zuid 2. Helaas heeft het verleende uitstel klaagster bereikt nadat zij zich in de locatie Ter Peel had gemeld.
3. De standpunten
3.1. Klaagster heeft het beroep als volgt toegelicht. Klaagster verzoekt niet alleen om uitstel van het ondergaan van detentie omdat zij in een traject van schuldsanering zit maar ook omdat zij behandeld wordt door een psychiater, een psycholoog en begeleid wordt door een maatschappelijk werker. Zij is daar onder behandeling omdat zij er geestelijk en lichamelijk helemaal doorheen zit. Klaagster is sinds september 2016 onder behandeling bij een psycholoog en sinds december 2016 bij een psychiater. Klaagster krijgt wekelijks bezoek aan huis van een maatschappelijk werker die klaagster helpt met de dagelijkse problemen. Klaagster is bang dat wanneer zij drie maanden in detentie moet verblijven de behandelingen en de hulp die zij tot nu toe heeft gekregen, teniet wordt gedaan en klaagster weer van vooraf aan moet beginnen. Klaagster voegt twee brieven bij waarvan één ondertekend door haar psycholoog en haar psychiater en waaruit blijkt dat zij bij hen onder behandeling is. De andere bijgevoegde brief is van haar maatschappelijk werkster waaruit blijkt dat klaagster bij haar onder behandeling is en zij vrees heeft dat het gevolg van een verblijf in detentie ervoor zorgt dat de behandeling bij de maatschappelijk werkster voor niets is geweest.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Zoals blijkt uit de Aanwijzing Executie van het Openbaar Ministerie over het uitstelbeleid staat voorop de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan een verzoek tot uitstel worden toegekend. Klaagsters verzoek kan niet worden gehonoreerd omdat financiële problemen niet vallen onder het geldende beleid betreffende het verlenen van uitstel van de tenuitvoerlegging van vonnissen. Uit het in beroep door klaagster meegezonden stuk blijkt dat klaagster onder behandeling bij een psycholoog en een psychiater is. Uit het schrijven blijkt echter niet dat de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de behandeling in de weg staat. Ook wordt de verwachte duur van de behandeling niet aangegeven. Klaagster is opgeroepen voor de locatie Zwolle Zuid 2. Bij binnenkomst in een inrichting wordt iedere gedetineerde gezien door de medische dienst. Wanneer klaagster alle medische gegevens meeneemt naar de inrichting, kan zij de ingezette behandeling aangeven. Binnen de inrichting zijn gedragsdeskundigen aanwezig die voor de nodige zorg en opvang kunnen zorgen. Mocht de gedragsdeskundige hiertoe aanleiding zien, dan kan klaagster doorgeleid worden naar het penitentiair psychiatrisch centrum van de locatie Zwolle Zuid 2. Uit een nadere reactie van de selectiefunctionaris blijkt dat klaagster zich op 21 november 2017 heeft gemeld in de gevangenis van de locatie Ter Peel. Het bericht dat klaagster zich pas 27 november 2017 hoefde te melden heeft haar en de inrichting niet op tijd bereikt. De selectiefunctionaris heeft contact opgenomen met het CJIB die heeft toegezegd het vonnis bij de locatie Ter Peel in te trekken, zodat klaagster vrijgelaten wordt. Klaagster dient zich op 27 november 2017 te melden in de locatie Zwolle Zuid 2 waar klaagster de benodigde zorg geboden kan worden.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 2 is een inrichting voor vrouwen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klaagster, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Vooropgesteld dient te worden dat financiële gevolgen, zoals de gevolgen van het ondergaan van detentie wanneer klaagster in een schuldsaneringstraject zit, op zichzelf onvoldoende zijn om uitstel te verlenen. Nu klaagster haar psychische problemen niet heeft gespecificeerd of met voldoende bescheiden heeft onderbouwd, is niet gebleken dat zij detentieongeschikt zou zijn. Het door klaagster aangevoerde vormt naar het oordeel van de beroepscommissie geen reden om klaagster uitstel van haar meldplicht te verlenen. Gelet hierop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 23 november 2017
secretaris voorzitter