nummer: 17/1708/GA
betreft: [klager] datum: 23 november 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van 25 mei 2017, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 18 mei 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Heerhugowaard
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag is, voor zover in beroep aan de orde, gericht tegen de werkwijze bij het RIC. Klager mag niet meer zelfstandig op de computer en wordt niet juist bejegend (2017/155).
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager merkt op dat een beslissing tot niet-ontvankelijkheid logischer was geweest, aangezien de beklagrechter stelt dat de wijziging in de werkwijze van de RIC niet alleen op klager is gericht, maar op iedere gedetineerde. Klager meent echter dat de beslissing wel op hem gericht was, nu het gebruik van een computer voor hem zeer belangrijk is. Klager probeert namelijk via zelfstudie zijn bestaan als levenslang gestrafte zinvol te maken. Klager vindt dat hij geen last moet ondervinden van en door het gedrag van anderen. Daarbij wordt opgemerkt dat klager eerder zelfstandig gebruik mocht maken van de computer en dat hij van die mogelijkheid nooit misbruik heeft gemaakt. Dit had de directeur in zijn beslissing mee moeten nemen. Dat hij nu telkens afhankelijk is van de goedwillendheid van een medewerker vindt hij kleinerend.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klager mocht op basis van een algemene regel zelfstandig gebruik maken van een computer. Die regel veranderde de directeur voor alle gedetineerden. Tegen de verandering van een algemene regel staat geen beklag open, tenzij die regel in strijd is met hogere regelgeving. Dat is niet het geval. De beklagcommissie had klager dan ook niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag met betrekking tot het niet meer zelfstandig gebruik kunnen maken van het open internet op de computer.
Verder vindt klager dat hij niet juist bejegend wordt, doordat hij nu afhankelijk is van de goedwillendheid van medewerkers. Op grond van artikel 60 Pbw kan alleen een klacht ingediend worden tegen een beslissing van directeur. Dat is hier niet het geval. De beklagcommissie had klager op grond hiervan niet-ontvankelijk moeten verklaren.
De beroepscommissie zal de beslissing van de beklagcommissie dan ook vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de beslissing van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 23 november 2017
secretaris voorzitter