Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1488/GA, 30 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1488/GA

betreft: [klager]            datum: 30 november 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Sittard,

gericht tegen een uitspraak van 24 april 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 september 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Sittard.

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het feit dat op de afdeling van klager langer dan een week geen warm water beschikbaar was en dat klager slechts eenmaal in de gelegenheid is gesteld om te douchen. (G-2017-204).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van €5,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klager heeft op 12 april 2017 een klaagschrift ingediend. Hij verbleef niet in afzondering. Vanaf 6 april 2017 is de boiler defect geweest waardoor er op de afdeling van klager geen warm water was. Klager is wel degelijk aangeboden om te douchen. Dat kan ook na de sport. Op 4 en 7 april 2017 was er in die week de activiteit sport en in het weekend van 8 en 9 april 2017 was er de mogelijkheid om te douchen op een andere afdeling. Koud douchen op de afdeling kan altijd. Warm douchen kon na het sportmoment.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Ontvankelijkheid klacht

De directeur heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hier geen sprake is van een “de gedetineerde betreffende beslissing, genomen door of namens de directeur” en dat de klacht niet-ontvankelijk is op grond van artikel 60 van de Pbw.

De beroepscommissie overweegt als volgt. In artikel 44, vierde lid, van de Pbw is het volgende bepaald: ‘De directeur draagt zorg dat de gedetineerde in staat gesteld wordt zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen.’

Dit betreft een zorgplicht van de directeur. De directeur kan op die zorgplicht worden aangesproken en klager is derhalve ontvankelijk in zijn klacht.

 

Inhoudelijk

Gelet op de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht stelt de beroepscommissie vast dat er vanaf 6 april 2017 een storing was in de warmwatervoorziening. Klager heeft zich hier op 12 april 2017 over beklaagd. De beroepscommissie acht niet aannemelijk geworden dat klager slechts eenmaal in de gelegenheid is gesteld om te douchen in een periode die langer dan een week heeft geduurd. Gelet op hetgeen de directeur ter zitting heeft aangevoerd acht de beroepscommissie aannemelijk dat klager in ieder geval elke dag koud heeft kunnen douchen, met warm water heeft kunnen douchen na de sportmomenten op 4 en 7 april 2017 en met warm water heeft kunnen douchen op een andere afdeling in het weekend van 8 en 9 april 2017. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 30 november 2017

 

 

                         

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven