Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0291/GA, 26 mei 2003, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/291/GA

betreft: [klager] datum: 26 mei 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 3 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 10 januari 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord, locatie De Marwei te Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 april 2003, gehouden in de locatie Zwolle te Zwolle, zijn gehoord klager en mevrouw [...], wnd. unit-directeur bij de locatie De Marwei.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voorzover in beroep aan de orde, betreft
a. de weigering bepaalde produkten via de buitenkantine aan te schaffen en
b. de ontoereikendheid van de bestaande winkellijst voor vegetariërs.

De beklagcommissie heeft het beklag op deze onderdelen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Mijn beklag valt uiteen in twee onderdelen.
Het eerste punt betreft de bestellingen via de buitenkantine. Ik kan wekelijks bij de inrichtingswinkel bestellen. Eens per maand mag ik bij de buitenkantine bestellen. Hoewel ik geheel conform de regels mijn bestellingen heb gedaan– het ging steeds om produkten die niet op de winkellijst voorkomen – worden deze toch steevast geweigerd. Het gaat dan met name om „food en drogisterijprodukten“. De huisregels geven aan dat slechts geweigerd mag worden op grondvan „kwetsbaarheid“. Volgens de beveiliging van de inrichting zijn er geen zwaarwegende argumenten om de door mij bestelde produkten te weigeren. Navraag leerde mij dat de winkelier van de inrichting, APS, en de directeur de(schriftelijke) afspraak hebben gemaakt dat er geen foodprodukten via de buitenkantine mogen worden besteld. Deze afspraak ligt overigens niet ter inzage voor gedetineerden. Van de afspraak op zich begrijp ik helemaal niets, te meerniet omdat wel foodprodukten bij de Chinees mogen worden besteld. In dat laatste geval gaat het ook om bederfelijke produkten.
Het tweede punt betreft de omstandigheid dat de winkellijst voor mij als vegetariër ontoereikend is. Op de winkellijst staat bijvoorbeeld niet één vleesvervangend produkt. De gedeco probeert al tijden de winkellijst aangepast tekrijgen. De directeur doet dat echter niet, omdat de lijst toereikend zou zijn. De invloed die de beklagcommissie in haar uitspraak aan de gedeco heeft toegekend op de totstandkoming van de winkellijst, is in feite gering. Nietalleen ik heb grote problemen met de samenstelling van de winkellijst, maar vele gedetineerden met mij. In andere inrichtingen, weet ik uit eigen ervaring en hoor ik ook van medegedetineerden, is het wel goed geregeld. In de Marweiwil het echter maar niet lukken.
In verband met de „Halal-uitspraak“ van de beroepscommissie is er een zogenoemde kwartaallijst in het leven geroepen. Eens per drie maanden mogen wij bestellen. Op de lijst staan allemaal produkten die beperkt houdbaar zijn. Vrijwelniet één gedetineerde beschikt over een eigen koelkastje. Ik in ieder geval niet. Ik zou niet weten hoe ik de op de kwartaallijst vermelde produkten, die als een soort tegemoetkoming aan de gedetineerden zou moeten worden gezien, 90dagen goed moet houden. Ik heb ook de door de directeur afgekeurde kwartaallijst gezien. Daar stonden nu juist de produkten op waar wij behoefte aan hebben, namelijk lang houdbare produkten als knackebrood, crackers, etc.
In één van mijn problemen is overigens inmiddels voorzien. Na tussenkomst van de medische dienst heb ik de beschikking gekregen over een ander vitamine-preparaat dan het Davitamon. Daar klaag ik dan ook niet meer over.
Mijn beklag laat zich thans als volgt samenvatten. Ik ben vegetariër en mis bepaalde produkten op de winkellijst. Pogingen van de gedeco om de winkellijst aangepast te krijgen stranden steeds. De aanvullende kwartaallijst voorziet,gelet op de samenstelling van die lijst en de frequentie waarmee besteld mag worden, niet in mijn behoefte. De produkten die ik mis maar wel nog heb, bestel ik via de buitenkantine. Deze bestellingen worden evenwel geweigerd en dannog om redenen die geen hout snijden.

De unit-directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het klopt dat er een afspraak is gemaakt tussen de directie en APS. Deze afspraak is niet in te zien voor gedetineerden. De afspraak heeft mede tot doel de bedrijfsvoering voor APS rendabel te houden. Het staat gedetineerden vrijprodukten te bestellen via de buitenkantine. Dat neemt niet weg dat bestellingen geweigerd kunnen worden. Vitaminepreparaten worden bijvoorbeeld geweigerd op grond van orde en veiligheid binnen de inrichting.
De voeding die wij in de inrichting verstrekken voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. De medische dienst heeft dit nog eens bevestigd. Daarnaast kan een gedetineerde bijbestellen. Daarenboven, als extraatje, kunnengedetineerden eens per drie maanden luxe produkten bestellen.
APS levert aan verschillende inrichtingen. Het is mij bekend dat het aanbod per inrichting verschilt. De gedeco, die invloed kan uitoefenen op de samenstelling van een winkellijst, speelt daar een rol in. Daarnaast heeft de APS ookeen eigen verantwoordelijkheid om de bedrijfsvoering rendabel te houden. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar de omloopsnelheid van produkten.

3. De beoordeling
De beroepscommissie verstaat klagers in onderdelen uiteengesplitste beklag aldus dat klager, kort gezegd, niet die produkten kan bestellen, hetzij via de inrichtingswinkel hetzij via de buitenkantine, waar hij behoefte aan heeft.

De basis voor het verstrekken van winkelartikelen is gelegen in artikel 44, vijfde lid, Pbw dat luidt: „In de huisregels worden regels gesteld omtrent de aankoop door gedetineerden van andere gebruiksartikelen dan die welke door dedirecteur ter beschikking worden gesteld“.
In onderdeel 3.7. van de Huisregels van de p.i. Noord, locatie De Marwei, wordt onder meer bepaald dat gedetineerden eens per week in de gelegenheid worden gesteld om via de inrichtingswinkel onder andere etenswaren aan te schaffen.Met toestemming van de directeur kunnen artikelen, die niet in de inrichtingswinkel te verkrijgen zijn, via de buitenkantine worden besteld.
In onderdeel 4.5.1.2. van voormelde Huisregels is onder meer bepaald dat alle artikelen en artikelsoorten die bij de winkelier te bestellen zijn, niet mogen worden ingevoerd.

De beroepscommissie is van oordeel dat uit voormelde wettelijke regelingen volgt dat het assortiment van de winkel zodanig dient te zijn dat kan worden voorzien in de normale behoeften van gedetineerden. Daarnaast dient er ruimte tezijn om voor individuele gedetineerden tot redelijke oplossingen te komen indien er duidelijke indicaties zijn dat het assortiment van de winkel voor die betreffende gedetineerden ontoereikend is.

De beroepscommissie komt tot het oordeel dat, hoezeer ook voorstelbaar zou zijn dat tevens voorzien zou worden in vleesvervangende produkten, het assortiment van de winkel van locatie De Marwei als toereikend is te beschouwen. Zijzal klagers beroep betrekking hebbend op onderdeel b. daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie op dat onderdeel bevestigen.
De beroepscommissie is met betrekking tot onderdeel a. van het beklag van oordeel dat het op de weg van de directeur had gelegen om in klagers geval, gelet op zijn bijzondere omstandigheden, bepaalde bestellingen via debuitenkantine wel toe te staan. Zij zal klagers beroep in zoverre, namelijk betrekking hebbend op onderdeel a., gegrond verklaren. Aan klager zal een – symbolische – tegemoetkoming worden toegekend van € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 26 mei 2003

secretaris voorzitter

Naar boven