Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0940/SGA, 23 maart 2017, schorsing
Uitspraakdatum:23-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          : 17/940/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 23 maart 2017

 

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevens klaagschrift, van

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zwolle.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 17 maart2017, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, voor de duur van veertien dagen, ingaande op 17 maart 2017 om 16.00 uur en eindigende op 31 maart 2017 om 16.00 uur, wegens het op cel van verzoeker aantreffen van meer dan vijf liter alcohol en een USB-stick met pornografisch materiaal, hetgeen al eerder zou zijn voorgekomen.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 23 maart 2017.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Op grond van de door de directeur verstrekte inlichtingen, waaronder een tweetal verslagen beide van 16 maart 2017, wordt voldoende aannemelijk dat meer dan vijf liter alcohol en een USB-stick met daarop pornografisch materiaal in de cel van verzoeker is aangetroffen terwijl het niet is toegestaan om dit op cel voorhanden te hebben. Op grond hiervan kon de directeur – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – in redelijkheid beslissen onderhavige disciplinaire straf op te leggen. Het door verzoeker gevoerde verweer dat de pakken met alcohol niet van hem waren kan niet slagen nu een gedetineerde verantwoordelijk kan worden gehouden voor alle voorwerpen die in zijn verblijfsruimte worden aangetroffen. Gelet op vorenstaande moet het schorsingsverzoek worden afgewezen.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

 

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 23 maart 2017.

 

 

secretaris         voorzitter

 

Naar boven