Nummer: 17/1762/TA
Betreft: [Klaagster] datum: 8 september 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Burmeister, namens
[…], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 19 mei 2017 genomen beslissing van het hoofd van het Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 28 juli 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klaagster en, namens het hoofd van de inrichting, […], geneeskundig directeur. Op 5 juli 2017 heeft klaagsters raadsman telefonisch meegedeeld dat hij niet ter zitting zou verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
Het beroep betreft de beslissing van het hoofd van de inrichting van 19 mei 2017, inhoudende dat klaagster wordt verplicht tot het ondergaan van een geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 16b, aanhef en onder a, van de Bvt (verder: a-dwangbehandeling) voor de duur van drie maanden.
2. De standpunten
Door en namens klaagster is het beroep als volgt - samengevat en zakelijk weergegeven - toegelicht. Klaagster vindt dat zij geen dwangbehandeling nodig heeft. Klaagster is het niet eens met de in eerdere inrichtingen gestelde diagnose dat zij chronisch psychotisch is. Volgens de behandelend psychiater van Veldzicht is geen sprake van een psychotische stoornis, maar van een persoonlijkheidsstoornis met borderline en paranoïde trekken. Een dwangbehandeling met een antipsychoticum zal daarom niet werken. Klaagster vindt verder dat zij onvoldoende hulp krijgt bij haar behandeling. De zorg van klaagster over haar dochter speelt een belangrijke rol in haar geestelijke en lichamelijke toestand. Klaagster is door deze omstandigheden niet zichzelf. Dat heeft geleid tot een verkeerde diagnose. Klaagster is niet gevaarlijk. In Veldzicht heeft één incident plaatsgevonden; zij heeft een personeelslid met een scherp voorwerp lichamelijk letsel toegebracht. Het bijtincident heeft in een andere inrichting plaatsgevonden. Klaagster heeft in Inforsa geen dwangbehandeling gekregen. Zij nam de medicatie vrijwillig in, maar dat heeft niet tot verbetering geleid. Klaagster heeft bijwerkingen van de medicatie, te weten hoofdpijn, slapeloosheid ‘s nachts en stijve spieren.
Namens het hoofd van de inrichting is de bestreden beslissing als volgt - samengevat en zakelijk weergegeven - toegelicht. De behandelend psychiater van Veldzicht heeft geconcludeerd dat klaagster chronisch psychotisch is. Dissimulatie van paranoïde symptomen heeft geleid tot een late herkenning van dat beeld. Volgens de onafhankelijke psychiater is bij klaagster sprake van een paranoïde waarneming van de werkelijkheid, passend bij schizofrenie. Inforsa heeft klaagster destijds gediagnosticeerd als een chronisch psychotische vrouw. Klaagster heeft in Inforsa dwangbehandeling met medicatie gekregen. Dat heeft geleid tot een sterke verbetering van klaagsters toestandsbeeld. Inforsa heeft geadviseerd tot langdurige (dwang)behandeling met anti-psychotische medicatie.
De Oostvaarderskliniek heeft eenzelfde conclusie getrokken en heeft vanwege te verwachten agressie naar personeel verzocht klaagster ter uitvoering van de dwangbehandeling over te plaatsen naar een ICU. Deze kliniek heeft tevens verzocht om het afgeven van een EVBG-status. Er is sprake van een lange justitiële voorgeschiedenis met recidiverende geweldsdelicten. Klaagster heeft in Veldzicht een medewerker met een scherf van een mok in het gezicht gesneden en gestoken. Die medewerker heeft veertien hechtingen gekregen. Daarop is klaagster overgeplaatst naar een andere inrichting. Er bestaat een causaal verband tussen de stoornis en het gevaar. Dwangbehandeling is het enige alternatief om herhaling van ernstige geweldsdelicten te voorkomen.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 16c in verbinding met artikel 16b, onder a, Bvt kan het hoofd van de inrichting beslissen tot het toepassen van a-dwangbehandeling indien aannemelijk is dat zonder die behandeling het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens de verpleegde doet veroorzaken niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. De a-dwangbehandeling is er vooral op gericht te voorkomen dat een verpleegde langdurig in een inrichting moet verblijven.
Er hoeft geen sprake te zijn van een acuut dreigend gevaar zoals bij de overige vormen van dwangbehandeling als bedoeld in artikel 26 Bvt en artikel 16b, onder b, Bvt.
Het hoofd van de inrichting heeft de beslissing tot toepassing van a-dwangbehandeling gebaseerd op de verklaringen van de behandelend psychiater van klaagster en van een psychiater die niet bij klaagsters behandeling betrokken is, maar klaagster kort tevoren heeft onderzocht. Het hoofd van de inrichting heeft de verklaringen van de twee psychiaters overgelegd.
Voorts heeft het hoofd van de inrichting het behandelplan overgelegd, waarin de mogelijkheid tot toepassing van a-dwangbehandeling is vermeld.
Uit de verklaringen van de psychiaters, het behandelplan en de mededeling van de bestreden beslissing blijkt het volgende. Bij klaagster is sprake van een chronisch paranoïde, psychotisch toestandsbeeld. Dissimulatie van paranoïde symptomen heeft geleid tot een late herkenning van dat toestandsbeeld en om die reden dacht de behandelend psychiater aanvankelijk dat (alleen) sprake was van een persoonlijkheidsstoornis met borderline en paranoïde trekken. Klaagster is bekend met eerdere, levensgevaarlijke incidenten ten aanzien van behandelaars en begeleiders. Zij is betrokken geweest bij een bijtincident, heeft een medewerker met een mes in de hals gestoken en zij heeft ook anderen verwond. In Veldzicht heeft klaagster op 9 mei 2017 een medewerker aangevallen en deze met een scherf van een mok in het gezicht gestoken. Op klaagsters justitiële documentatie zijn meerdere geweldsdelicten vermeld.
Klaagster heeft geen ziektebesef. Zij is niet bereid vrijwillig mee te werken aan een medicamenteuze behandeling. Klaagster heeft regelmatig een beperkt programma op de afdeling gehad met afwisselend separaties en afzondering. Dat helpt onvoldoende en kan de veiligheid niet waarborgen. Een verbetering van de situatie is zonder medicatie niet te verwachten. In het verleden heeft een dwangbehandeling met antipsychotica geleid tot een verbeterd toestandsbeeld.
Gelet op het vorenstaande acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat klaagster vanuit haar psychische stoornis gevaar als bedoeld in artikel 1, onder t tweede lid sub a, Bvt (gevaar dat de verpleegde een ander van het leven zal beroven of ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen) veroorzaakt en dat, zonder een geneeskundige behandeling, dit gevaar niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. Tevens is het voor de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat de gekozen dwangbehandeling voldoet aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. De beslissing van het hoofd van de inrichting bij klaagster een dwangbehandeling als bedoeld in artikel 16b, aanhef en onder a, van de Bvt toe te passen kan derhalve niet worden aangemerkt als onredelijk of onbillijk.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Ter overvloede merkt de beroepscommissie op dat onderaan de mededeling van de bestreden beslissing staat dat tegen deze beslissing beklag openstaat bij de beklagcommissie. Dat is niet juist, nu tegen een beslissing als de onderhavige rechtstreeks beroep bij de beroepscommissie openstaat. Het verdient daarom aanbeveling in toekomstige beslissingen een aangepaste clausule op te nemen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. M.R. Daniel MPM en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 8 september 2017
secretaris voorzitter