Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0543/GA, 12 mei 2003, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 03/543/GA

betreft: [klager] datum: 12 mei 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 3 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 18 februari 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de Extra Beveiligde Inrichting Nieuw Vosseveld (E.B.I.) te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een schending van klagers recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer doordat hij tijdens het bezoek onder toezicht van het personeel dient te converseren met zijn vrouw terwijl er zich eenscheidingswand tussen hen bevindt.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Uit de reactie van de directeur op het klaagschrift blijkt voldoende dat er, anders dan de beklagcommissie heeft overwogen, wel degelijk sprake is geweest van een beslissing van de directeur. Klager is daarom ten onrechteniet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Artikel 3.8.2.1 van de Huisregels van de E.B.I. luidt als volgt:
"U heeft recht op tenminste een uur bezoek per week (...) Het bezoek vindt individueel achter een glazen scheidingswand plaats in een daarvoor aangewezen bezoekruimte. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk bezoek zonder glazenscheidingswand te ontvangen conform de hiervoor geldende regelgeving. (...) Met het oog op het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting, de voorkoming of opsporing van strafbare feiten en ter beschermingvan slachtoffers of anderszins betrokkenen bij misdrijven wordt tijdens het bezoek altijd toezicht uitgeoefend. (...)"
Op de regel dat bezoek achter een glazen scheidingswand plaats vindt is - onder voorwaarden - een uitzondering mogelijk. Daartoe dient een aanvraag te worden gedaan. Dat klager een dergelijke aanvraag heeft gedaan is door hem nietgesteld.
Nu klager niet heeft verzocht om een bepaalde toepassing van de regel, de klacht overigens nogal onbepaald is en van een ongeoorloofde inbreuk op het recht op de persoonlijke levenssfeer geen sprake is, kan hetgeen in beroep isaangevoerd niet leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 12 mei 2003

secretaris voorzitter

Naar boven