Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0441/GA, 28 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:28-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/441/GA

betreft: [klager] datum: 28 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 21 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 18 februari 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Tilburg, voorzover deze de vaststelling betreft dat geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen uitsluiting van de activiteit arbeid, op de gronden als inde aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager is van mening dat hem een tegemoetkoming moet worden toegekend voor de door hem gemaakte (telefoon)kosten met zijnrechtsbijstandverlener. Daarnaast heeft verzoeker door de uitsluiting van de arbeid arbeidsloon dan wel ziektegeld gemist.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De directeur kan zich volledig vinden in de uitspraak van de beklagcommissie. Klager heeft geen gebruik willen maken van de in de inrichting aanwezige kosteloze rechtsbijstand. Hijheeft er zelf voor gekozen om direct externe hulp in te schakelen. Die kosten komen daarom voor zijn eigen rekening. Ten aanzien van de stelling dat klager arbeidsloon zou hebben gemist, geldt dat klager bij de afhandeling van hetverslag heeft aangegeven de arbeidsovereenkomst per direct te willen ontbinden. Aan die wens heeft de directeur gevolg gegeven.

3. De beoordeling
Klager stelt kosten te hebben gemaakt voor rechtskundige bijstand, welke kosten hij verhaald wenst te zien. Daargelaten dat de tegemoetkoming niet is bedoeld als schadevergoeding, heeft klager er voor gekozen om direct externerechtshulp in te schakelen terwijl hij op dat moment ook gebruik had kunnen maken van in de inrichting aanwezige kosteloze rechtshulp. De dientengevolge door klager gemaakte kosten komen daarom voor eigen rekening.
Ten aanzien van de stelling dat klager arbeidsloon heeft moeten missen, overweegt de beroepscommissie dat zij voldoende aannemelijk acht dat klager bij de afhandeling van het verslag heeft verzocht om onmiddellijke ontbinding van dearbeidsovereenkomst, waaraan door de directeur gevolg is gegeven. Klager kan vanaf dat moment geen rechten meer doen gelden op doorbetaling van het arbeidsloon. De beroepscommissie komt daarom tot het oordeel dat het niet toekennenvan een tegemoetkoming juist is. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven