Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2636/GA, 14 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:14-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2636/GA

betreft: [klager] datum: 14 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 12 december 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van Grenshospitium De Weg te Amsterdam,

gericht tegen een uitspraak d.d. 3 december 2002 van de beklagcommissie bij voormeld Grenshospitium, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klaagster,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 maart 2003, gehouden in de locatie Zoetermeer van de penitentiaire inrichtingen Haaglanden te Zoetermeer, is gehoord [...], unit-directeur bij voormeld Grenshospitium.
Klaagster, die inmiddels Nederland is uitgezet, is niet ter zitting verschenen. Klagers raadsvrouw, mr. M.J.A. Leijen heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde - een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een isoleercel voor de duur van tien dagen wegens het voorhanden hebben van een hagelpatroon.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klaagster
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting acht het van belang om duidelijk te krijgen of er tegen een uitspraak van de beklagcommissie beroep mogelijkis. De wetgever heeft in deze, mede gelet op de korte verblijfsduur in Nederland van de betrokkenen, gekozen voor een korte procedure. De directeur zou het evenwel op prijs stellen als er beroep mogelijk zou zijn. Debeklagcommissie heeft zich in onderhavige zaak uitgelaten over de strafmaat. Daarbij is de beklagcommissie te ver gegaan. In de inrichting was munitie gevonden. Bij een doorzoeking van de verblijfsruimtes is gebruik gemaakt vanhonden. Zoiets levert onrust onder de daar verblijvende vreemdelingen op. Ook klaagster was onrustig. Het onderzoek naar de munitie heeft ongeveer tweeëneenhalve dag geduurd.

Namens klaagster heeft mr. M.J.A. Leijen het standpunt van klaagster ten aanzien van het beroep van de directeur schriftelijk toegelicht.

3. De beoordeling
Het gedeelte van het Grenshospitium waar klaagster verbleef, is een ruimte als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Op dergelijke ruimten is het Reglement regiem grenslogies (het Reglement) van 14 januari1993 van toepassing.
In Titel V van genoemd Reglement wordt voor vreemdelingen de mogelijkheid van beklag geopend bij de beklagcommissie ten aanzien van een (beperkt) aantal beslissingen van de directeur. Het Reglement voorziet niet in de mogelijkheidvan beroep tegen uitspraken van de beklagcommissie. Gelet daarop kan de directeur niet worden ontvangen in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de directeur niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, prof.mr. C. Kelk en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven