Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2475/GB, 19 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:19-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/2475/GB

Betreft: [klager] datum: 19 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 20 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1978] verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 november 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen te plaatsen in de gevangenis te Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 19 november 1999 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring te Zoetermeer. Op 28 oktober 2002 is hij geplaatst in de gevangenis te Zoetermeer, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 12 jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 30 juli 2002. Aansluitend dient hij gevangenisstraffen van respectievelijk 49 dagen en 86 dagen te ondergaan.De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 februari 2008.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is sinds november 1999 gedetineerd en verblijft sinds mei 2000 in de p.i. Haaglanden, locatie Zoetermeer. Op 28 oktober 2002 is hij overgeplaatst van het huis van bewaring naar de gevangenis te Zoetermeer. In de motiveringvan de selectiefunctionaris staat allereerst vermeld dat dit is gebaseerd op het feit dat zijn bezoek uit Den Haag komt, maar klagers vrouw komt uit Amsterdam en zijn moeder uit Waddinxveen. Zijn moeder is van plan om te gaanverhuizen naar Rotterdam. Klagers vrouw reist elke keer meer dan twee uur met het openbaar vervoer wanneer zij klager bezoekt. Zij moet ook voor ieder bezoek vrij van haar werk nemen, doet dit al drie jaar en heeft er meerdere banendoor verloren. Op haar huidige werk is zij aangesproken op de wijze waarop zij verlof neemt en klager en zijn vrouw zijn bang dat zij weer haar baan zal verliezen of dat zij klager niet meer zal kunnen bezoeken. Klagers moeder sliktmedicijnen tegen stress en depressiviteit en het geeft haar iedere keer veel stress wanneer zij klager bezoekt. Ze moet eerder weg van haar werk en dat kan vaak niet. Klagers broer heeft hem al een tijd niet kunnen bezoeken inverband met een nieuwe baan waar hij tot zes uur werkt in Hilversum. Klagers broer wil hem graag bezoeken maar dit is niet mogelijk in verband met de bezoekuren in Zoetermeer. Om genoemde redenen zou plaatsing in een inrichting,waar bezoek in het weekend mogelijk is, een uitkomst bieden. De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat hij in verband met onder meer de reisafstand die klagers bezoek dient af te leggen overplaatsing niet nodig acht. Dit is eenzeer gebrekkig inzicht in de situatie. Het gaat namelijk niet om reisafstand maar om de bezoektijden. Klagers familie is zeer belangrijk voor hem, zijn toekomst, zijn detentietraject en zijn terugkeer in de maatschappij. Voorts wilklager zijn MBO afmaken en een bakkersopleiding volgen opdat hij zijn eigen zaak kan beginnen in de toekomst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Per abuis is in de plaatsingsbeschikking opgenomen dat klagers bezoek afkomstig zou zijn uit Den Haag. Dit doet niets af aan de grond van de beslissing want ook voor bezoek afkomstig uit Amsterdam en Waddinxveen is Zoetermeer goedte bereizen. Bij de beslissing heeft de lengte van de wachtlijsten meegewogen. Klager kon snel in de gevangenis te Zoetermeer worden geplaatst. Dit in tegenstelling tot plaatsing in de gevangenis te Krimpen aan den IJssel. Klagersbezoekargumenten worden helaas niet onderbouwd met bewijsstukken van onafhankelijke derden. Het inrichten van het bezoek is de verantwoordelijkheid van de directeur. Dat de directeur van de gevangenis te Zoetermeer gemeend heeftgeen bezoek te geven in het weekend is diens verantwoordelijkheid. In algemene zin bereiken de selectiefunctionaris geregeld verzoeken van gedetineerden die in een inrichting wensen te worden geplaatst met weekendbezoek. Dit kanveelal niet worden gehonoreerd omdat er dan scheefgroei gaat ontstaan in de bezetting en de wachtlijsten tussen inrichtingen met en zonder weekendbezoek. Voor wat betreft het onderwijsargument lijkt een overplaatsing naar Krimpenaan den IJssel evenmin geïndiceerd. Klagers geschiktheid om de bakkersopleiding te Krimpen aan den IJssel te willen volgen is niet aangetoond. De wens om die opleiding te willen volgen lijkt uit opportunistische gronden aangegevenomdat alleen in Krimpen aan den IJssel deze opleiding wordt gegeven. Opvallend is dat klager in het huis van bewaring geen onderwijs volgde.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis te Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging vanalle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 februari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven