Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2064/TP, 7 maart 2003, beroep
Uitspraakdatum:07-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Wachttermijn  v

Uitspraak

nummer: 02/2064/TP

betreft: [klager] datum: 7 maart 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennis genomen van een op 26 september 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

tegen een beslissing van de Minister van Justitie, verder te noemen de Minister,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. J. Serrarens om het beroep schriftelijk toe te lichten.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft de termijn waarin klager wacht op plaatsing in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-inrichting) met ingang van 22 september 2002 verlengd tot 21 december 2002.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 jaar met aftrek én ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Bij brief van 18 juni 2002 heeft de Minister klager meegedeeld dat hij gedurende de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf met ingang van 26 maart 2002 in aanmerking komt voor vervroegde tenuitvoerlegging van de hem tevensopgelegde tbs en dat hij op laatstgenoemde datum in afwachting van plaatsing in een tbs-inrichting op een wachtlijst is geplaatst.
Bij brief van 16 september 2002, uitgereikt aan klager op 23 september 2002, heeft de Minister klager bericht dat hij nog niet geplaatst kon worden in een tbs-inrichting en dat de wachttermijn voor plaatsing met ingang van 22september 2002 met drie maanden is verlengd tot 21 december 2002. Klager is terzake niet gehoord.
De datum van invrijheidstelling van klager én aansluitende aanvang van zijn tbs is 15 september 2005.
Klager verblijft in de gevangenis De Geerhorst te Sittard.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft de bestreden beslissing, die was verzonden naar de gevangenis. Overmaze te Maastricht, op 23 september 2002 ontvangen in De Geerhorst.
Het beroep is formeel gegrond, omdat klager gehoord had moeten worden voordat de verlengingsbeslissing werd genomen.
Het beroep moet ook materieel gegrond verklaard worden, omdat er sprake is van zeer bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen van de wachttlijstvolgorde af te wijken en klager met voorrang te plaatsen in een tbs-inrichting,ondanks de omstandigheid dat geen sprake is van detentieongeschiktheid. Anders dan de forensisch psychiater heeft overwogen, heeft klager wel depressieve klachten. Deze hangen samen met het feit dat hij geen zicht heeft op detoekomst, alsmede met de zware tijd die hij in detentie heeft doorgebracht in de extra beveiligde inrichtingen Nieuw Vosseveld (EBI) te Vught. Bovendien heeft klager buitengewoon veel tijd in voorarrest doorgebracht doordatprocedurefouten tot een lange strafrechtelijke procedure noopten. Klagers raadsvrouw heeft de Minister bij brief d.d. 15 juli 2002 verzocht met deze omstandigheden rekening te houden en klager snel te plaatsen in een tbs-inrichting,hetgeen niet is gebeurd.

Namens de Minister is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Volgens het bureau selectie en detentiebegeleiding van de gevangenis De Geerhorst valt de datum van uitreiking van de bestreden beslissing, die abusievelijk naar de gevangenis Overmaze was gezonden, niet meer te achterhalen.Uitgegaande van de door klager genoemde datum, is het beroep ontvankelijk.
Het beroep zal formeel gegrond zijn, nu klager niet is gehoord.
Het beroep zal materieel ongegrond zijn. Klager kwam vanaf 26 maart 2002 in aanmerking voor vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting. Deze datum bepaalt de plaats op de wachtlijst die wordt gehanteerd voor de selectie en plaatsingin een tbs-inrichting. Klager kon wegens het tekort aan tbs-plaatsen nog niet in een tbs-inrichting worden geplaatst. Vooralsnog is niet gebleken dat klager met voorrang in een tbs-inrichting moest worden geplaatst. Ten aanzien vanklager zijn voorafgaand aan de bestreden beslissing geen signalen ontvangen dat de situatie in de gevangenis onhoudbaar zijn en/of van detentieongeschiktheid moet worden gesproken. In het kader van het beroep is de ForensischPsychiatrische Dienst te Maastricht verzocht een medische verklaring af te geven.
Voor het geval de beroepscommissie het beroep materieel gegrond mocht achten, is er geen grond voor toekenning van een tegemoetkoming, omdat de titel van vrijheidsstraf aan klagers verblijf in een gevangenis ten grondslag ligt.

4. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat klager in zijn beroep kan worden ontvangen, nu vast staat dat de bestreden beslissing abusievelijk naar de verkeerde inrichting is gezonden en voorts niet is weersproken dat klager op 23september 2002 heeft kennisgenomen van de bestreden beslissing.

Klager is niet gehoord over de verlenging van de wachttermijn, die op 22 september 2002 is verstreken. Bij brief d.d. 16 september 2002, die klager op 23 september 2002 heeft ontvangen, derhalve na het verstrijken van dewachttermijn, is hij geïnformeerd over die verlenging.
Derhalve is niet voldaan aan de in artikel 27, vijfde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden neergelegde hoor- en informatieplicht. Mitsdien is het beroep gegrond en dient de beslissing van deMinister tot verlenging van de wachttermijn op formele gronden te worden vernietigd.

Klager dient, gelet op het vorenoverwogene, een tegemoetkoming te worden geboden.
De beroepscommissie zal deze tegemoetkoming vaststellen op € 50,=.

Klager is als gevolg van het capaciteitstekort nog niet geplaatst in een tbs-inrichting. Ten tijde van de bestreden beslissing ligt de vrijheidsstraf aan het verblijf van klager in een gevangenis ten grondslag en niet de hem tevensopgelegde tbs; deze is nog niet aangevangen.

Het capaciteitstekort kan naar het oordeel van de beroepscommissie een grond voor uitstel van de voorgenomen vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting vormen, tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden zoals een zodanigepsychische conditie van klager dat een langer verblijf in een gevangenis medisch niet verantwoord is. In dat geval is sprake van detentieongeschiktheid en dient om die reden een plaatsing met voorrang gerealiseerd te worden.

Uit de medische verklaring d.d. 16 december 2002 van de FPD Maastricht blijkt dat de psychische conditie van klager op dat moment niet van dien aard was dat een verder verblijf in een gevangenis als onverantwoord moest wordenbeschouwd.
De beroepscommissie gaat er derhalve van uit dat er ten tijde van de bestreden beslissing geen aanleiding bestond om klager bij voorrang in een tbs-inrichting te plaatsen.

De namens klager aangevoerde bijzondere omstandigheden - de psychische klachten van klager en zijn detentiegeschiedenis – zijn onvoldoende zwaarwegend om te kunnen leiden tot het oordeel dat klager alsnog met voorrang boven anderewachtenden in een tbs-inrichting geplaatst moet worden.

De beroepscommissie is van oordeel, gelet op het hiervoor overwogene, dat de bestreden beslissing materieel niet in strijd is met de wet en dat de wachttermijn voor plaatsing in een tbs-inrichting diende te worden verlengd van 22september 2002 tot 21 december 2002.

Nu de bestreden beslissing op formele gronden dient te worden vernietigd zal de beroepscommissie met toepassing van het bepaalde in artikel 76, derde lid, PBW in verbinding met artikel 66, derde lid onder b, en artikel 69, vijfdelid, Bvt bepalen dat haar uitspraak met betrekking tot de verlenging van de wachttermijn in de plaats treedt van de bestreden beslissing.

6. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op formele gronden en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt dat haar uitspraak in de plaats treedt van deze beslissing en bepaalt derhalve dat de wachttermijn voor plaatsingin een tbs-inrichting wordt verlengd van 22 september 2002 tot 21 december 2002.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Minister toekomende tegemoetkoming op
€ 50,= .

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 maart 2003

secretaris voorzitter

Naar boven