Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2658/GA, 10 maart 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2658/GA

betreft: [klager] datum: 10 maart 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 17 december 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 12 november 2002 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Flevoland, locatie Almere Binnen te Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 februari 2003, gehouden in de p.i. Haaglanden, locatie Zoetermeer te Zoetermeer, is gehoord klager.

De directeur van de locatie Almere Binnen heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen invoeren van een computer met cd-rom drive voor gebruik op cel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wenst de beschikking te hebben over een computer met cd-rom drive omdat door het openbaar ministerie bewijsmateriaal wordt aangeleverd op cd-rom schijven. Nu hem dit onthouden wordt, is voor klager de weg afgesloten om kenniste nemen van het bewijsmateriaal, hetgeen in strijd is met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). 180 uur taps staan op 18 cd-roms. Niet alle taps zijnschriftelijk uitgewerkt. Het mooiste zou zijn om een pc met cd-rom drive op cel te hebben. Voor klager zou het dan mogelijk zijn om er 24 uur per dag aan te werken. De regel dat er geen pc op cel wordt toegestaan, gold ten tijde vanhet indienen van het verzoek nog niet. De huisregels zijn aangepast naar aanleiding van klagers verzoek. In dit geval dienen de oude huisregels te worden toegepast. Klager heeft minimaal 180 uur nodig om alle taps af te kunnenluisteren. Inmiddels is klager veroordeeld door het hof en heeft hij beroep in cassatie ingesteld. Dat klager geen kennis kan nemen van het bewijsmateriaal en dit strijd oplevert met artikel 6 EVRM, zou als punt door klagersadvocaat in zijn strafzaak worden opgevoerd, maar klager weet niet of hij dit daadwerkelijk heeft gedaan omdat hij niet ter zitting aanwezig was. Indien het klager niet wordt toegestaan om een pc op cel te gebruiken zou hij graagbuiten de cel een pc met cd-rom drive willen gebruiken gedurende zo'n drie uur per dag.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hoewel met klager kan worden geconcludeerd dat ten tijde van zijn verzoek en de beslissing daarop de huisregels anders luidden, kan dit klager niet baten. Immers een gegrondverklaring van het beklag zou betekenen dat de directeuropgedragen wordt een nieuwe beslissing te nemen. Bij die beslissing kan de directeur de nieuwe huisregels toepassen. Om doelmatigheidsredenen worden voor de beoordeling de huisregels van 19 november 2002 in aanmerking genomen.

In de huisregels is onder punt 4.5.1.1. onder "verboden voorwerpen" onder meer opgenomen een computer/laptop en alle hierbij behorende randapparatuur. Nu klagers klacht een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerdengeldende algemene regel betreft en geen individueel jegens klager genomen beslissing van de directeur betreft kan klager, gelet op artikel 60, eerste lid, van Pbw, niet worden ontvangen in zijn beklag.

De algemene stelling dat het verbod om een computer op cel te hebben in strijd is met het recht op een eerlijke berechting als bedoeld in artikel 6 EVRM wordt niet gevolgd. Bij de beoordeling hiervan moet tevens in aanmerking wordengenomen welke andere mogelijkheden er voor klager zijn om zijn verdediging effectief voor te bereiden (bijvoorbeeld gebruik van een pc buiten de cel). De vraag of een eerlijke berechting in het gedrang komt, is afhankelijk van deomstandigheden van het concrete geval en de beoordeling daarvan ligt in de handen van de rechter die over de strafzaak oordeelt.

Uit het hiervoor overwogene wordt geconcludeerd dat de beslissing van de beklagcommissie, die klagers klacht ongegrond heeft verklaard, niet in stand kan blijven en dat klager alsnog niet-ontvankelijk dient te worden verklaard inzijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 maart 2003

secretaris voorzitter

Naar boven