nummer: 02/2555/GA
betreft: [klager] datum: 28 februari 2003
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 december 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak d.d. 20 november 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om het assortiment suikervrije artikelen van de inrichtingswinkel uit te breiden.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De beklagrechter beroept zich bij de niet-ontvankelijkverklaring op een
uitspraak van de CRS van 5 december 2000. In 2001 is er echter een
uitspraak geweest waarin de directeur wel degelijk verantwoordelijk is gehouden voor het
assortiment. Verder heeft hij de mogelijkheid om via de buitenkantine speciale invoer
mogelijk te maken. Daarom ben ik van mening dat hij wel degelijk instrumenten heeft om
voor mij het assortiment aan te passen of op een andere manier het mogelijk te maken dat ik
suikervrije artikelen kan verkrijgen. Het assortiment suikervrije artikelen is zeer beperkt.
De directeur heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt over het door klager ingediende beroep kenbaar te maken.
3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beklag dat de weigering dient te worden aangemerkt als een klager betreffende door of namens de directeur genomen beslissing, als bedoeld in artikel 60,eerste lid, Pbw. Klager had derhalve ontvangen moeten worden in zijn beklag.
De basis voor het verstrekken van winkelartikelen is gelegen in artikel 44, vijfde lid, Pbw dat luidt: „In de huisregels worden regels gesteld omtrent de aankoop door gedetineerden van andere gebruiksartikelen dan die welke door dedirecteur ter beschikking worden gesteld“.
In onderdeel 3.7.1 van de Huisregels Penitentiaire Inrichtingen Achterhoek, locatie Ooyerhoek, wordt onder meer bepaald dat men eenmaal per week in de gelegenheid wordt gesteld om via de inrichtingswinkel onder andere etenswaren aante kopen. Met toestemming van de directeur kan men artikelen die niet in de inrichtingswinkel te verkrijgen zijn, via de buitenkantine bestellen.
De beroepscommissie is van oordeel dat uit voornoemde wettelijke regelingen volgt dat bij de samenstelling van het assortiment van de winkel er slechts grenzen van redelijkheid en billijkheid zijn. In de inrichtingswinkel zijnenkele suikervrije artikelen verkrijgbaar. De beroepscommissie is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die de directeur zouden verplichten het assortiment uit te breiden. De weigering om het assortiment met suikervrijeartikelen uit te breiden is derhalve niet in strijd met een wettelijk voorschrift, noch onredelijk of onbillijk. Dit betekent dat het beklag alsnog ongegrond moet worden verklaard. Dit oordeel laat onverlet dat nagegaan zou kunnenworden of er bij meer gedetineerden behoefte bestaat aan uitbreiding van het assortiment suikervrije artikelen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het
beklag alsnog ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 28 februari 2003
secretaris voorzitter