Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1076/GA, 4 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/1076/GA

betreft: [klager] datum: 4 juli 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zuyder Bos,

gericht tegen een uitspraak van 24 maart 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C. van Oort, dhr. [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos, en dhr.
[...], hoofd beveiliging bij voormelde locatie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het visiteren door uitzendkrachten in plaats van vaste medewerkers.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beklag betreft geen klacht zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, nu de klacht is gericht tegen een algemene regel die voor iedere
gedetineerde geldt en niet specifiek tot klager is gericht. Klager dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De beklagrechter legt de eis van proportionaliteit zodanig uit dat het visiteren zoveel mogelijk door vast personeel gedaan zou moeten worden. De beklagrechter legt daarmee de eis van proportionaliteit veel te ruim uit en overschrijdt de bevoegdheden
van de directeur. Er is geen enkele regelgeving waaruit voortvloeit dat visitatie alleen door vaste medewerkers uitgevoerd zou mogen worden. Het is vanzelfsprekend dat de visitatie op een voor de gedetineerde zo minst mogelijk belastende wijze wordt
uitgevoerd. Het enkele feit dat visiteren door ander personeel wordt gedaan, maakt het visiteren niet méér vernederend. Op het rooster staan wisselend vaste medewerkers en medewerkers van G4S. De directeur benadrukt dat het geen uitzendkrachten zijn.
Het G4S-personeel is voor onbepaalde tijd ingehuurd van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) wegens ernstig personeelstekort bij de beveiliging. Het zijn ambtenaren van Justitie, gescreend door DV&O; voor hen geldt een zelfde soort
geheimhoudingsplicht. Deze groep kan tot het vaste personeel van de inrichting gerekend worden. Zij oefenen hun taken evenredig uit. De medewerkers van G4S zijn gekwalificeerd, opgeleid en bevoegd de taken uit te voeren. Het enige verschil met vaste
medewerkers is dat de medewerkers van G4S een ander uniform dragen. Het is nog niet gelukt om dit te veranderen. In de inrichting zijn tientallen posten te bemannen, waartoe het personeelsbestand niet toereikend is. Er is derhalve geen andere keus dan
personeel in te huren van DV&O. Voor verschillende posten is een grote mate van verantwoordelijkheid vereist. Het is niet handig op die posten kort ingewerkt personeel in te zetten. Het personeel mengen is dan ook nodig. Roostertechnisch is het ook
niet
haalbaar het visiteren alleen door vaste medewerkers te laten plaatsvinden. Bovendien is roulatie belangrijk. In Zuyder Bos verblijven veel levenslang gestraften. Er is ook een groep medewerkers die al langere tijd in de inrichting werkt. Het brengt
risico’s met zich mee als gedetineerden altijd dezelfde medewerkers zien. Daarbij komt dat de ene gedetineerde een voorkeur heeft voor visitatie door een vaste medewerker, terwijl een andere gedetineerde juist een voorkeur heeft voor visitatie door
iemand die hij minder vaak ziet.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Hoewel het visiteren uit een algemene regel voortvloeit, betreft het beklag een specifieke casus. Klager is derhalve ontvankelijk in zijn
beklag.
Wat het visiteren betreft hecht klager aan een poule van vaste medewerkers. Zijn voorkeur gaat uit naar personeel waarbij hij enigszins een beeld bij heeft en met wie hij een band heeft. Het gaat niet om de voorkeur van andere gedetineerden; in het
beroep staat klagers voorkeur centraal. Nu dient hij iedere week opnieuw voor een ander uit de kleren te gaan. Deze beslissing lijkt voornamelijk voort te komen uit bezuinigingen. Klager heeft al veel wisselingen in het personeel meegemaakt en dit komt
er ook nog bij. De groep vaste medewerkers is al behoorlijk groot. Daarbinnen zou ook gerouleerd kunnen worden. Volgens de Europese jurisprudentie dient visitatie op de minst ingrijpend mogelijke manier plaats te vinden. Verder wordt het vaste
personeel
beëdigd, waaruit een geheimhoudingsplicht volgt. Dit geldt niet voor uitzendkrachten. Klager merkt niet alleen aan de uniformen dat een medewerker tot de groep van G4S-personeel behoort, maar ook aan het gedrag. Ze kennen de procedures nog niet
volledig. Het zijn personen die je de volgende dag op straat kunt tegenkomen, bijvoorbeeld als beveiliger bij een festival. De directeur heeft aangevoerd dat hij heeft overlegd met het hoofd Veiligheid, maar dat het wegens roostertechnische redenen
niet
mogelijk is uitzonderingen te maken voor het visiteren. Deze stelling is niet nader onderbouwd en derhalve is niet gebleken dat het roostertechnisch niet mogelijk is een uitzondering te maken. Als de medewerkers van G4S zoveel bevoegdheden hebben, kan
er ook voor gekozen worden hen niet in te zetten voor de visitatie, maar voor de andere taken.
Hoewel de schorsingsvoorzitter het schorsingsverzoek van de directeur had afgewezen, en derhalve de uitspraak van de beklagrechter in stand bleef, is klager de afgelopen periode toch meermalen gevisiteerd door uitzendkrachten. Verzocht wordt het beroep
van de directeur ongegrond te verklaren en aan klager alsnog een compensatie toe te kennen.

3. De beoordeling
Met de beklagrechter is de beroepscommissie van oordeel dat klager zich beklaagt over de uitoefening van de visitatie, waartegen beklag openstaat, en dat klager derhalve ontvankelijk is in zijn beklag.

Wegens personeelstekort bij de beveiliging huurt de locatie Zuyder Bos personeel van DV&O in. Dit personeel wordt ingezet voor verschillende taken, waaronder het visiteren van gedetineerden. Uit het door de directeur in beroep bijgevoegde document
blijkt dat het om medewerkers met een basisberoepsdiploma Detentietoezichthouder gaat. In deze opleiding wordt onder meer aan beveiligingstaken aandacht besteed. Het betreft derhalve professionals die juist in deze setting, het gevangeniswezen, ingezet
kunnen worden. De directeur heeft aangevoerd dat deze medewerkers tot het vaste personeel van de inrichting gerekend kunnen worden. Net als de vaste inrichtingsmedewerkers worden zij gescreend (in dit geval door DV&O) en geldt een geheimhoudingsplicht.
Ze hebben dezelfde bevoegdheden als de vaste inrichtingsmedewerkers en voeren dan ook dezelfde taken uit. Daarbij worden ze voor langere tijd ingehuurd. De beslissing van de directeur deze medewerkers, evenals het vaste inrichtingspersoneel, in te
zetten voor de visitatie kan daarom niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het is voorstelbaar dat klager liever gevisiteerd wordt door medewerkers die hij kent en waarmee hij een band heeft, maar logischerwijs kan niet met ieders voorkeur
rekening worden gehouden. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, ing. M.J. Mulders en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 4 juli 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven