Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4016/GB, 1 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:01-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/4016/GB

Betreft: [Klager] datum: 1 juni 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. van Wijk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 december 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K. Lans, op 28 april 2017 door een lid van de Raad gehoord. Van dit horen is een verslag opgemaakt dat aan klager en zijn raadsvrouw, alsmede aan de selectiefunctionaris is verzonden. Op 23 mei 2017 zijn
twee aanvullende bijlagen bij de Raad binnengekomen, die aan de selectiefunctionaris zijn verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem vanuit de extramurale fase terug te plaatsen in de inrichting voor stelselmatige daders (ISD) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 januari 2014 gedetineerd. Hij verbleef in het kader van de extramurale fase van de aan hem opgelegde ISD-maatregel onder begeleiding op zijn eigen adres. Bij beslissing van 31 oktober 2016 is hij teruggeplaatst in de ISD van de p.i.
Vught, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Op 5 januari 2017 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Vught.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager erkent dat hij afspraken niet is nagekomen, maar meent dat hij daarvoor te zwaar is gestraft en een tweede kans verdient. Deze kans werd hem geboden in de vorm van een time-out-maatregel. Klager diende zich op 29 oktober 2016 in de p.i. Vught te
melden voor het ondergaan van de time-out-maatregel. Zijn verzoek om zich op 31 oktober 2016 te mogen melden, werd niet gehonoreerd. Op 30 oktober 2016 is klager vervolgens door de politie gearresteerd.
Aan bepaalde afspraken heeft klager zich niet kunnen houden, omdat hij op een aantal gebieden aan zijn lot is overgelaten. De generalist bij WIJeindhoven met wie klager twee- tot vijfmaal per week contact had, heeft aangegeven dat klager de afspraken
die hij met haar had goed is nagekomen. Tevens heeft zij te kennen gegeven dat klager niet in staat was de dagbesteding te volbrengen in verband met zijn rugklachten en dat op klagers verzoek is gezocht naar een alternatieve (passende) dagbesteding.
Klager heeft meermaals aangegeven moeite te hebben zijn afspraken bij de reclassering na te komen en hierbij hulp te wensen. De laatste twee weken van de extramurale fase was klager telefonisch niet goed bereikbaar, omdat zijn telefoon kapot hij en hij
vanwege zijn beperkte leefgeld van € 30,= per week niet in staat was een nieuwe telefoon aan te schaffen. Klager heeft alle betrokken partijen hiervan op de hoogte gesteld en aangegeven dat hij via het telefoonnummer van zijn moeder bereikbaar was. Hij
heeft zich gedurende de extramurale fase naar zijn kunnen ingezet, maar heeft op een aantal gebieden behoefte gehad aan meer ondersteuning dan hem is geboden. Voor zover hij afspraken niet is nagekomen, zijn hiervoor gegronde redenen aanwezig.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft na aanvang van de extramurale fase bij een urinecontrole positief gescoord op het gebruik van cocaïne. Vanaf 13 oktober 2016 is meermaals getracht contact met klager te krijgen. Reclasseringsmedewerkers hebben echter in de periode tot 25
oktober 2016 meermaals voor een dichte deur gestaan, klager is in het kader van zijn meldplicht en een verplichte urinecontrole niet komen opdagen en was voorts telefonisch slecht bereikbaar. Het opstarten van het toezicht na aanvang van de extramurale
fase is weliswaar rommelig verlopen, maar om die reden zijn wekelijks afspraken met de reclassering gemaakt. Nu klager niet conform de gemaakte afspraken heeft gehandeld, voldoet hij niet aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 44l, derde lid, van
de Penitentiaire maatregel (Pm). De omstandigheden die klager aanvoert zijn weliswaar vervelend, maar zijn onvoldoende zwaarwegend om het schenden van de voorwaarden te kunnen rechtvaardigen. Aan klager zijn voldoende kansen geboden alvorens tot
terugplaatsing is overgegaan. Daarenboven heeft klager zich in het verleden aan een ISD-maatregel onttrokken. De inrichting heeft klager destijds niet voorgesteld voor terugplaatsing in de extramurale fase, omdat werd geoordeeld dat klager zijn kansen
had verspeeld.

3.3. De directeur van de p.i. Vught heeft, blijkens het selectieadvies, geadviseerd klager in het kader van een time-out voor een periode van veertien dagen, met ingang van 29 oktober 2016, terug te plaatsen in de inrichting. Klager heeft positief
gescoord bij een urinecontrole en de inrichting en de reclassering hebben geen contact met klager kunnen krijgen. Voorts heeft hij zich niet aan zijn meldplicht gehouden en is hij niet verschenen bij een urinecontrole. Nu klager zich op 29 oktober 2016
niet in de inrichting heeft gemeld voor het ondergaan van de time-out-maatregel, dient hij, zo adviseert de directeur, vanuit de extramurale fase te worden teruggeplaatst in de ISD van de p.i. Vught.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 44m, eerste lid, van de Pm kan de selectiefunctionaris, indien een gedetineerde niet of niet meer in staat of bereid is deel te nemen aan het ISD-programma in de laatste fase buiten de inrichting, dan wel te voldoen aan de
daaraan verbonden voorwaarden, op de grondslag van een advies van de directeur de gedetineerde terugplaatsen in de inrichting.

4.2. De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het dossier en stelt vast dat klager bij een urinecontrole van 5 oktober 2016 positief heeft gescoord op het gebruik van cocaïne. Hij heeft derhalve de aan de plaatsing buiten de inrichting in de
laatste fase gestelde algemene voorwaarde, zoals bedoeld in artikel 44l, derde lid onder d, van de Pm, overtreden. Daarbij komt dat klager zich niet aan zijn meldplicht bij de reclassering heeft gehouden en niet is verschenen bij het afnemen van een
urinecontrole. Als gevolg daarvan heeft de directeur van de p.i. Vught klager een time-out-maatregel opgelegd, in het kader waarvan klager zich op 29 oktober 2016 in de inrichting diende te melden. Vaststaat dat klager zich op 29 oktober 2016 niet in
de
inrichting heeft gemeld. Op 30 oktober 2016 heeft de politie hem gearresteerd.

4.3. Gelet op het voorgaande is voldoende duidelijk dat klager zich herhaaldelijk niet aan de afspraken en voorwaarden die aan zijn plaatsing buiten de inrichting in de laatste fase van de ISD-maatregel waren verbonden, heeft gehouden. De op de
onder
3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 1 juni 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven