nummer: 17/1191/TA
betreft: [klager] datum: 26 juni 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.R. Ytsma, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 3 april 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 2 juni 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klagers raadsman, mr. A.R. Ytsma, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Klager heeft aftstand gedaan van het recht ter zitting te worden gehoord.
Als toehoorder was aanwezig, S.C. Vogel, stagiaire bij de Raad.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager alleen onder begeleiding de afdeling mag verlaten (PN 2017/096).
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De beklagcommissie heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De reden dat klager alleen begeleid de afdeling af
mag, is dat de inrichting niet wil dat longstay-patiënten, zoals klager, in contact komen met ‘gewone’ tbs-patiënten, omdat dit onwenselijk zou zijn. Dit is een permanente, voor sommigen misschien wel levenslange, situatie. Klager vindt dit vervelend
en
voelt zich behandeld als een klein kind. Bij de overgang van de verpleegden van de locatie Vught naar de huidige locatie in Nijmegen is gezegd dat binnen twee maanden zou worden bekeken of verpleegden onbegeleid de afdeling af kunnen. De verpleegden
die
vanuit de locatie Vught zijn overgeplaatst naar de locatie Zeeland mogen zich overigens wel onbegeleid over het terrein begeven. Het behandelplan wordt naar de mening van klager gebruikt voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is. De kwaliteit van
leven op de afdeling (De Niers) is slecht en als de RSJ geen ingang biedt, worden de patiënten aan hun lot overgelaten.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het feit dat longstay-patiënten alleen onder begeleiding de afdeling mogen verlaten, is vermeld in de
afdelingsregels. De reden hiervan is dat de afdeling eerst diende te worden opgezet, hetgeen de nodige inspanningen met zich meebracht. De inrichting wilde de vermenging van longstay-patiënten met reguliere patiënten eerst even aankijken. Binnenkort
zal
door het behandelteam per patiënt gekeken worden welke longstay-patiënten in afwijking van de afdelingsregels zonder begeleiding de afdeling mogen verlaten, nu gebleken is dat vermenging met reguliere patiënten geen probleem is. Op dit moment worden de
longstay-patiënten nog wel begeleid bij het verlaten van de afdeling. Zij kunnen wel gewoon gebruik maken van alle faciliteiten die beschikbaar zijn voor de reguliere patiënten. In de locatie Zeeland zijn de regels anders omdat in die locatie minder
beheersgevaarlijke verpleegden verblijven.
3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie terecht heeft beslist dat klager niet-ontvankelijk is in zijn beklag, nu de beperking van de bewegingsvrijheid is opgenomen in artikel 7.2 van de afdelingsregels. Het beroep zal daarom
ongegrond worden verklaard.
Ten overvloede wenst de beroepscommissie op te merken dat zij het van belang acht dat de evaluatie van de begeleiding door het behandelteam, gelet op de inmiddels verstreken periode en de toezegging van de inrichting, voortvarend wordt opgepakt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 26 juni 2017
secretaris voorzitter