Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0856/TA, 2 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:02-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/856/TA

betreft: [klager] datum: 2 juni 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 maart 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting gehoord
[...], jurist.
Kort voor aanvang van de zitting is van mr. J.J. Weldam, die zich in deze zaak niet als advocaat heeft gesteld, namens klager een verzoek om aanhouding van de behandeling van het beroep ontvangen omdat klager stelt dat hij geen oproep voor de zitting
heeft gekregen.
De beroepscommissie heeft hierop besloten eerst nadere informatie te willen ontvangen. De beroepscommissie heeft van het horen van de vertegenwoordiger van het hoofd van de tbs-inrichting verslag opgemaakt en klager in de gelegenheid gesteld binnen een
week na ontvangst daarop schriftelijk te reageren en daarbij tevens twee aan hem gestelde vragen te beantwoorden. Van klager is binnen de gegeven termijn geen schriftelijke reactie ontvangen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a) bejegening door teamlid B. van de afdeling Rozenbeek I (OV- 2017/11)
b) het niet op kamer mogen hebben van een JVC boomboxradio (OV- 2017/20)
c) het niet willen deelnemen aan het koken op de afdeling (OV- 2017/21)
d) het gebruik van apparatuur op de afdeling (OV- 2017/22).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Krachtens artikel 44, derde lid, juncto tweede lid onder b, Bvt heeft de inrichting besloten dat verpleegden bepaalde typen boomboxradio’s niet in het bezit mogen hebben in de inrichting, omdat deze radio’s oncontroleerbaar zijn. Deze radio’s moeten
aan
de binnenkant worden gecontroleerd op contrabande en de ervaring leert dat de printplaat van de radio’s daardoor stuk gaat. Bovendien bevatten deze radio’s overal vakjes en geheime plekjes die verzegeld zouden moeten worden. Aannemelijk is dat dit aan
klager is meegedeeld, omdat hij in zijn klaagschrift vermeldt dat hem is gezegd dat hij zijn radio niet in zijn bezit mag hebben omdat in het verleden iemand is betrapt die in eenzelfde soort radio een telefoon en drugs had verstopt.
Klager heeft verklaard dat hij zijn boomboxradio in andere inrichtingen in zijn bezit mocht hebben nadat deze radio door die inrichtingen verzegeld was; de onderhavige inrichting voert echter als beleid dat zij altijd zelf apparatuur wil controleren en
verzegelen.
Klagers boomboxradio wordt voor hem in de opslag bewaard.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag onder a, c en d heeft beslist. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot het beklag onder b wordt overwogen dat namens het hoofd van de inrichting is verklaard dat sprake is van een beslissing als bedoeld in artikel 44, derde lid, Bvt. Een dergelijke beslissing is, anders dan een beslissing als bedoeld in
artikel 44, tweede lid, Bvt, vatbaar voor beklag. Klager heeft zijn beroep niet toegelicht, niet gereageerd op de inhoud van het hem per post en e-mail toegezonden verslag van horen van de vertegenwoordiger van het hoofd van de inrichting ter zitting,
en evenmin de daarin door de beroepscommissie aan hem gestelde vragen beantwoord. De beroepscommissie acht zich aldus voldoende in staat om op het aanhoudingsverzoek te beslissen en wijst dit af. Gelet op hetgeen - niet tegengesproken - van de zijde
van
de inrichting naar voren is gebracht acht de beroepscommissie de beslissing om de boomboxradio niet in klagers kamer toe te laten niet onredelijk of onbillijk.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep betreffende de onderdelen a, c en d van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter; zij vernietigt de uitspraak wat betreft onderdeel b van het beklag, verklaart klager daarin
alsnog ontvankelijk maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. C.F. Korvinus en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 2 juni 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven