Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3280/GA, 16 januari 2017, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3280/GA

betreft: [klager] datum: 16 januari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein,

gericht tegen een uitspraak van 23 september 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 november 2016, gehouden in de p.i. De Schie te Rotterdam, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Nieuwegein.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de oude huurtelevisie waarop geen extra digitale zenders beschikbaar zijn (NM2016/474).

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagrechter geeft een te brede uitleg van de uitspraak RSJ 4 december 2015, 15/2154/GA. In die zaak voldeed de dieetvoeding niet aan de minimale
eisen die daaraan gesteld kunnen worden. In casu gaat het om een verschil in televisies. Aan de minimale eisen die hieraan gesteld kunnen worden, wordt voldaan. Er is immers sprake van een goede ontvangst van televisieprogramma’s. De oude televisies
worden vervangen door een nieuw model indien de oude televisie niet meer is te repareren. Uit navraag bij de technische dienst is gebleken dat zowel de oude als de nieuwe modellen beschikken over 26 zenders. Alle gedetineerden krijgen dus een gelijk
zenderaanbod. Door een fout in de vergrendeling van de decoder zijn gedurende een bepaalde tijd televisies geleverd met meer zenders. Hierdoor hebben sommige gedetineerde televisies geleverd gekregen met een ruimer aanbod. De inrichting beraadt zich
hierover. Nimmer is de suggestie gewekt dat er al voldoende nieuwe televisies zijn aangekocht. De inrichting heeft onvoldoende financiële middelen om voor alle 422 gedetineerden een nieuwe televisie aan te kopen. Voor de vervanging van kapotte
televisies beschikt de inrichting over een beperkte voorraad nieuwe televisies. Dit is een geleidelijk proces, waardoor de benodigde financiële middelen in de loop van de tijd gespreid worden.
In de inrichting zijn drie modellen televisies. De oude televisies, een serie nieuwe televisies met een foutief ingestelde decoder waardoor meer zenders kunnen worden ontvangen dan op de oude televisies en nieuwe televisies zonder decoder met evenveel
zenders als op de oude televisies. De inrichting is gebonden aan de mantelovereenkomst. Klager kan van de inrichting een nieuwe televisie ontvangen met 26 zenders. Hij krijgt dan niet wat hij wil en zal teleurgesteld zijn. Een compensatie zit er niet
in. Hij heeft op zijn oude televisie evenveel zenders kunnen bekijken als op de nieuwe televisies.

Door klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft nog steeds een oude televisie. Het verweer van de directeur is niet juist. Op klagers afdeling hebben alle nieuwe televisies extra zenders
zoals Ziggo Sport, RTLZ, zender van de maand en ongeveer tien regionale zenders. De beeldkwaliteit van de nieuwe televisie is in HD. Er is dus wel een verschil tussen de oude en nieuwe televisies. Het probleem wordt bij de leverancier neergelegd. De
directeur neemt telkens een wisselend standpunt in. Het onderscheid is niet van tijdelijke aard. Er is een aanzienlijke periode verstreken waarin actie had kunnen worden ondernomen. Klager betaalt evenveel voor de huur van zijn oude televisie en vindt
dat hij ongelijk wordt behandeld. Klager gaat akkoord met de mededeling van de directeur dat hij een nieuwe televisie zal ontvangen, maar wil ook in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. Hij heeft huur betaald voor minder zenders.

3. De beoordeling
De beklagrechter heeft de directeur opgedragen binnen een termijn van twee weken na ontvangst van en met inachtneming van zijn uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. De directeur heeft niet aan deze opdracht voldaan. De beroepscommissie zal hieraan
geen gevolgen verbinden, nu de directeur ter zitting in beroep klager heeft toegezegd een nieuw toestel te verstrekken, in plaats van klager een tegemoetkoming toe te kennen voor de periode voor het gemis aan een nieuw huurtoestel vanaf twee weken na
23
september tot aan de datum van aflevering van het nieuwe toestel. Gelet hierop behoeft de klacht geen nadere bespreking. De beroepscommissie beslist daarom als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanpassing van de gronden.
Zij bepaalt dat klager vanwege de gegrondheid van het beklag in aanmerking komt voor een tegemoetkoming en bepaalt deze op € 1,= per week vanaf de uitspraak van de beklagrechter tot het moment dat klager daadwerkelijk over een nieuwe televisie kan
beschikken.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris,
op 16 januari 2017

secretaris voorzitter

Naar boven