Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2301/GB, 24 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:24-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/2301/GB

Betreft: [klager] datum: 24 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 1 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C.Bosch, namens

[...], geboren op [1959], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 oktober 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis unit van de locatie De IJssel te Krimpen a/d IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 29 januari 2002 gedetineerd. Hij verbleef sedert 4 juni 2002 in de huis van bewaring unit van de locatie De IJssel. Op 25 september 2002 is hij geplaatst in de gevangenis unit van de locatie De IJssel, waar eenregime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 9 maanden voorwaardelijk met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 8 augustus 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op ofomstreeks 25 juli 2003.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Uit de inhoud van de bestreden beslissing wordt opgemaakt dat klager kennelijk aan alle voorwaarden voldoet voor plaatsing in een halfopen inrichting en dat het openstaan van de ontnemingsprocedure in hoger beroep het enige probleemis. Van klager wordt ten onrechte gevraagd dat hij een schriftelijke bevestiging overlegt dat de ontnemingsprocedure niet zal zijn afgerond voor zijn einddatum. Niet blijkt dat de selectiefunctionaris enige actie heeft ondernomen omzich te vergewissen van het te verwachten procedureverloop in de ontnemingszaak. De bestreden beslissing is niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid en onvoldoende deugdelijk gemotiveerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De beslissing is gebaseerd op het advies van de inrichting. De motivering daarbij is dat er nog een openstaande zaak is. Klager voldoet formeel niet aan een van de criteria voor plaatsing in een halfopen inrichting. In reactie ophet argument van de raadsman van klager inzake de door de selectiefunctionaris te ondernemen stappen met betrekking tot de ontnemingszaak, meldt de selectiefunctionaris dat dit niet tot zijn competentie behoort.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis unit van de locatie De IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van artikel 3, eerste en tweede lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI), die op 1 oktober 2000 in werking is getreden, komen naastzelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over eenaanvaardbaar verlofadres.
Het derde lid bepaalt dat voor voornoemde plaatsing onder meer niet in aanmerking komen gedetineerden ten aanzien van wie de einddatum van de detentie nog niet vaststaat.

4.3. In de Memorie van Toelichting op dit artikel wordt opgemerkt dat openstaande zaken (vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen) hieronder vallen. Het betreft doorgaans niet-onherroepelijke vonnissen. Indien uitinlichtingen van het Openbaar Ministerie blijkt dat een dergelijke openstaande zaak na de datum van ontslag uit detentie afgehandeld zal worden, dan kan de betrokken gedetineerde, met inachtneming van de overige criteria die genoemdzijn in artikel 3, in aanmerking komen voor een plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting. De selectiefunctionaris beslist uiteindelijk over de plaatsing.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie merkt hierbij op dat uit het selectie-advies van de locatie De IJssel blijkt dat het hof geen uitsluitsel kan geven over dedatum van behandeling van het aangetekende hoger beroep tegen de ontnemingsmaatregel, waardoor de mogelijkheid bestaat dat dit nog voor klagers ontslagdatum plaatsvindt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 24 februari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven