nummer: 17/1001/GV
betreft: [klager] datum: 25 april 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.E. Luiten, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 20 maart 2017 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager stelt zich op het standpunt dat, gelet op de motivering van de afwijzing van het verzoek, de noodzaak van een tijdelijk verlaten van de inrichting niet in het geding is;
er wordt immers wel incidenteel verlof toegestaan. Een van de genoemde gronden voor de afwijzing is de duur van klagers strafrestant. Het strafrestant mag op zich zelf bezien geen reden zijn voor afwijzing van strafonderbreking. De duur van het
strafrestant levert bovendien, gelet op klagers persoonlijke omstandigheden en band met Nederland, geen vluchtgevaar op. Blijkens het selectieadvies is klager een modelgedetineerde en is er geen reden te vrezen dat hij afspraken (ook met betrekking tot
verlof) niet zal nakomen. Klagers verlaten van de inrichting is volgens het advies van de Medisch Adviseur geïndiceerd. Hij moet zijn schoonmoeder kunnen bezoeken. Daarnaast heeft de gedragsdeskundige aangegeven dat een eventuele strafonderbreking
positief zal werken op klagers psychische problemen. Ook het Openbaar Ministerie (OM) heeft zich niet verzet tegen een strafonderbreking; het adviseerde immers positief voor een strafonderbreking van twee dagen.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Klager had in eerste instantie verlof aangevraagd om zijn schoonmoeder te kunnen bezoeken. Dat verzoek is ingetrokken omdat zijn schoonvader bezoek onder begeleiding van medewerkers van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) emotioneel niet aan zou
kunnen. Daarop heeft hij om strafonderbreking verzocht. Volgens de Staatssecretaris is er in dit geval geen aanleiding voor het verlenen van strafonderbreking. Hoewel klagers schoonmoeder medische problemen heeft en haar situatie lastig is, hetgeen ook
haar weerslag heeft op klagers partner, is een strafonderbreking van twee weken niet noodzakelijk. Omdat het kunnen bezoeken van de schoonmoeder door de Medisch Adviseur op zich is geïndiceerd, heeft de selectiefunctionaris ingestemd met incidenteel
verlof onder begeleiding. Strafonderbreking in verband met de gezondheidstoestand van klagers partner is niet aangewezen. Het beroep zou daarom ongegrond moeten worden verklaard
Op klagers verzoek om strafonderbreking zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De Medisch Adviseur heeft geadviseerd klager in de gelegenheid te stellen zijn schoonmoeder te bezoeken in verband met haar gezondheidsklachten. Daarbij werd een bezoek op korte termijn geadviseerd. Op 22 februari 2017 heeft de Medisch Adviseur
geadviseerd dat er geen medische gronden met betrekking tot de gezondheidstoestand van klagers partner zijn die een strafonderbreking zouden rechtvaardigen.
De aan de inrichting verbonden GZ-psycholoog heeft aangegeven dat klager baat zou hebben bij een strafonderbreking om zijn gezin te kunnen ondersteunen tijdens deze emotionele fase van het ziekbed van zijn schoonmoeder, omdat dit een positief effect
zal
hebben op klagers psychische klachten.
Het OM heeft op 14 maart 2017 positief geadviseerd voor een verlof van een of twee dagen voor een bezoek aan de schoonmoeder, met een locatiegebod voor het huisadres van klager, het adres van de schoonmoeder en de heen- en terugreis en met de
voorwaarde
dat de schoonfamilie hiermee instemt. Alsmede met een contactverbod met de
familie / nabestaanden van het slachtoffer. Verlof in verband met de gezondheidstoestand van klagers partner is niet aangewezen, aldus het OM.
De politie adviseert positief ten aanzien van het verlofadres van klagers partner in Apeldoorn.
De directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om strafonderbreking. Wel kan begeleid verlof worden toegekend voor een bezoek aan klagers schoonmoeder.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twaalf jaar, met aftrek, wegens moord.
Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof.
Gelet op de uitgebrachte adviezen is strafonderbreking in verband met de gezondheidstoestand van klagers partner niet aangewezen. Een bezoek aan klagers schoonmoeder in verband met haar medische omstandigheden kan echter – zulks is ook niet weersproken
– worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid in de persoonlijke sfeer van klager. Dit wordt ondersteund door advies van de Medisch adviseur van 19 januari 2017.
De vraag is evenwel of deze omstandigheid moet leiden tot een strafonderbreking, dan wel dat met een andere vorm van verlof kan worden volstaan. De Advocaat-Generaal adviseert op 14 maart 2017 positief ten aanzien van een verlof van ten hoogste twee
dagen. Nu ook de GZ-psycholoog en de politie niet negatief adviseren, had het voor de Staatssecretaris voor de hand gelegen om te bezien of een kortdurend verlaten van de inrichting (voor bijvoorbeeld twee dagen) tot de mogelijkheden behoorde. Uit de
adviezen noch uit de inlichtingen van de Staatssecretaris komt naar voren dat gevreesd moet worden dat verzoeker zich aan detentie zal onttrekken. Gelet daarop is de voorwaarde van begeleid verlof niet noodzakelijk. Bovendien is door klager juist
strafonderbreking verzocht, omdat zijn schoonvader een bezoek onder begeleiding van DV&O medewerkers emotioneel niet aan zou kunnen. Gelet op het vorenstaande is onvoldoende gemotiveerd waarom strafonderbreking voor de door de Advocaat-Generaal
genoemde
duur van twee dagen, met daaraan verbonden de door de Advocaat-Generaal voorgestelde voorwaarden niet had kunnen worden toegewezen. Door het verzoek in zijn geheel af te wijzen, moet de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in
aanmerking komende belangen, als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard, de bestreden beslissing zal worden vernietigd en aan de Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen, met inachtneming van deze uitspraak, binnen twee weken na ontvangst van deze
uitspraak.
De beroepscommissie acht, nu de gevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan gemaakt kunnen worden, geen termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 april 2017.
secretaris voorzitter