Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1168/GB, 20 april 2017, beroep
Uitspraakdatum:20-04-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 17/1168/GB

Betreft: [klager] datum: 20 april 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.N. de Bruijn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 april 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich 13 april 2017 te melden in de gevangenis van het Justitieel Complex Zaanstad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 13 maart 2017 is klager opgeroepen zich op 13 april 2017 te melden in de gevangenis van het Justitieel Complex Zaanstad voor het ondergaan van 58 dagen gevangenisstraf. Op 29 maart 2017 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 4
april 2017 ongegrond is verklaard. De beroepscommissie heeft uitstel gevraagd met het oog op de behandeling van het beroep. Dit uitstel is verleend en klager heeft een nieuwe oproep gekregen zich op 21 april 2017 te melden in de gevangenis van het
Justitieel Complex Zaanstad.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft tien maanden in detentie verbleven en heeft inmiddels zijn leven weer op de rit. Klager is met hulp en begeleiding op zoek naar een eigen woning en een baan. Ook wordt hij geholpen
bij het aanvragen van een uitkering. Klager neemt deel aan “Work Wise”, een traject dat wordt aangeboden door alle Justitiële Jeugdinrichtingen in Nederland en zich richt op het afronden van een opleiding door kwetsbare jongeren en risicojongeren in de
samenleving. Indien klager nu weer gedetineerd raakt, zijn alle inspanningen die hij de laatste vijf maanden heeft verricht, voor niets geweest. Klager verzoekt om uitstel van melden. Wanneer hij zich een half jaar later mag melden, heeft hij alle
praktische zaken opgelost.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Zoals uit de Aanwijzing over het uitstelbeleid van het Openbaar Ministerie blijkt, kan een verzoek tot uitstel om verschillende redenen worden toegekend. Voorop staat
echter de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Daarom wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Klager heeft zowel in bezwaar als in beroep geen onderliggende stukken overgelegd die de namens hem aangevoerde
argumenten onderbouwen. De hulp ten behoeve van re-integratie kan tijdens detentie doorgang vinden. Praktische zaken kunnen na detentie direct weer worden opgepakt. Uitstel ten behoeve van een reïntegratietraject zal door een aansluitende detentie, net
nadat zaken in goede banen zijn geleid, een averechts effect hebben. Klager verliest tijdens deze nieuwe detentie wederom zijn uitkering en zal een mogelijk verworven huurovereenkomst niet kunnen nakomen. Klager is het meest gebaat bij het maken van
‘schoon schip’, voordat aan de praktische invulling vorm wordt gegeven. Op deze wijze zal tevens het terugvalrisico kleiner zijn, omdat dan de met moeite opgebouwde resultaten niet wederom door detentie worden tenietgedaan. In samenspraak met de
inrichting kan worden bekeken of een mogelijkheid bestaat binnen detentie alvast vorm aan de scholing te geven. De door klager aangevoerde argumenten vallen niet onder de uitzonderlijke omstandigheden van het uitstelbeleid.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van het Justitieel Complex Zaanstad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om uitstel van zijn meldplicht, omdat hij zich in een reïntegratietraject bevindt. Daarbij is hij met hulp en begeleiding op zoek naar een baan en een woning en zal hij een uitkering aanvragen en met een opleiding beginnen.
Klager is opgeroepen voor het ondergaan van een gevangenisstraf van 58 dagen. Hetgeen klager over zijn persoonlijke situatie heeft aangevoerd, is, alleen al bij gebrek aan een feitelijke onderbouwing, geen reden klager uitstel van zijn meldplicht te
verlenen. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 20 april 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven