Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4141/SGA, 20 december 2016, schorsing
Uitspraakdatum:20-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/4141/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 20 december 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevens klaagschrift, van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad, alsmede van het door mr. W.S. Korteling namens verzoeker ingediende schorsingsverzoek.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 15 december 2016, inhoudende de oplegging van een disciplinaire
straf van opsluiting in een strafcel, voor de duur van zeven dagen, ingaande op 15 december 2016 om 14.00 uur en eindigende op 22 december 2016 om 14.00 uur, wegens het aantreffen van een (handelshoeveelheid) soft drugs in zijn invoer en het aantreffen
van een telefoon in zijn verblijfsruimte.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 20 december 2016. Blijkens deze inlichtingen wordt genoemde disciplinaire straf niet meer ten uitvoer gelegd in de strafcel maar in verzoekers eigen
verblijfsruimte, met verwijdering van de televisie.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

De directeur heeft een schriftelijk verslag en een schriftelijke mededeling overgelegd. Beide zijn opgemaakt op 14 december 2016. Het verslag ziet op het aantreffen van een (handelshoeveelheid) softdrugs in voor verzoeker ingevoerde kleding en de
schriftelijke mededeling ziet op het aantreffen van een mobiele telefoon in de verblijfsruimte van verzoeker. De voorzitter gaat ervan uit dat dit verslag en deze mededeling samen de grondslag hebben gevormd voor de opgelegde disciplinaire straf.
Blijkens de schriftelijke neerslag van genoemd verslag is dit verslag niet aan verzoeker aangezegd. Blijkens genoemde mededeling is verzoeker wel verslag aangezegd voor het aantreffen van de mobiele telefoon.

Ingevolge artikel 50, eerste lid, van de Pbw dient een schriftelijke mededeling aan de gedetineerde te worden aangezegd. Zonder die aanzegging mag geen disciplinaire straf worden opgelegd. Nu het opgemaakte verslag niet aan verzoeker is aangezegd,
mocht
verzoeker naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet voor de feiten en omstandigheden die in dat verslag zijn vermeld (het aantreffen van softdrugs) worden gestraft. Alleen de feiten en omstandigheden als vermeld in de schriftelijke mededeling
(het aantreffen van een GSM) mochten aan de bestreden beslissing ten grondslag worden gelegd.
De voorzitter kan - gelet op het vorenstaande - onvoldoende uitsluiten dat de beklagcommissie een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel in verband met het aantreffen van een mobiele telefoon als disproportioneel zal
beschouwen.
Gelet hierop acht de voorzitter termen aanwezig om thans de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur te schorsen. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 20 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven