Nummer: 17/342/GB
Betreft: [klager] datum: 28 maart 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.R. van de Water, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 januari 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 6 augustus 2016 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 15 december 2016 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel, waar een regime van beperkte gemeenschap
geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet verenigen met de selectiebeslissing en de afwijzende beslissing op bezwaar. Hij werd in de locatie De Schie wekelijks bezocht door zijn invalide moeder die woonachtig is in Rotterdam op ongeveer één kilometer afstand van de locatie
De Schie. Door klagers overplaatsing naar Krimpen aan den IJssel is de reistijd voor zijn moeder verdubbeld en zijn de reiskosten aanzienlijk toegenomen. Daardoor zal zijn moeder hem minder vaak komen bezoeken. Omdat zijn moeder een van de weinigen is
die hem bezoekt, is er door de overplaatsing sprake van een versobering van zijn detentie en een verslechtering van de familieband. Deze laatste omstandigheid zou zwaarder moeten wegen bij de belangenafweging. Nu daarvan niet is gebleken, moet het
beroep gegrond worden verklaard.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager komt door zijn veroordeling in eerste aanleg in aanmerking voor plaatsing in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap. Klager heeft in het selectieadvies laten weten graag in de gevangenis van de locatie De Schie geplaatst te
willen
worden, omdat daar een familielid van hem verblijft en omdat hij daar makkelijker familiebezoek kan ontvangen. Uit het selectieadvies zijn volgens de selectiefunctionaris geen bijzondere omstandigheden naar voren gekomen die een plaatsing in de
gevangenis van de locatie De Schie zouden kunnen rechtvaardigen. Ook in het bezwaar- en beroepschrift zouden daarvoor geen andere feiten of omstandigheden naar voren zijn gebracht. De feiten met betrekking tot de gestelde bezoekproblemen voor klagers
(invalide) moeder zijn niet nader feitelijk onderbouwd. Bezoekproblemen zijn vervelend maar klager verblijft nog steeds in een inrichting in de regio Rijnmond en de reistijd wordt daarom niet onredelijk of onbillijk geacht.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet in stand blijven.
Hetgeen namens klager is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is, gelet op de omstandigheid dat bezoekproblemen inherent zijn aan de aard van de detentie, op zich genomen doorgaans onvoldoende zwaarwegend.
De motivering die ten grondslag ligt aan de beslissing is evenwel een mededeling, zonder verdere toelichting, dat capaciteitsproblemen en een daaraan verbonden wachttijd hebben doen besluiten klager niet te plaatsen op de locatie van zijn voorkeur. De
beroepscommissie stelt vast dat die motivering niet weergeeft dat er principiële bezwaren bestaan tegen plaatsing in p.i. De Schie. Nu het praktische probleem van een lange wachttijd als enig argument en niet verder toegelicht wordt aangevoerd en
doorgaans wachttijden geen beletsel vormen voor plaatsing in een inrichting die vooralsnog geen plaats kan bieden, acht de beroepscommissie de beslissing onvoldoende gefundeerd, waardoor het beroep als gegrond moet worden geoordeeld. De bestreden
beslissing zal daarom worden vernietigd en aan de selectiefunctionaris zal worden opgedragen binnen twee weken na ontvangst van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen, met inachtneming van deze uitspraak.
4.4. De beroepscommissie acht in dit geval geen termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 maart 2017.
secretaris voorzitter