Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4257/GB, 14 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:14-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/4257/GB

Betreft: [klager] datum: 14 maart 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.P.J.W.M. Govers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 december 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught.

2. De feiten
Klager is sedert 19 juli 2017 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de p.i. Dordrecht. Op 30 november 2016 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Vught, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager merkt allereerst op dat hetgeen in bezwaar is aangevoerd, hier onverkort nog geldt. Voorts is hij van mening dat hij ten onrechte niet geplaatst is in de p.i. Dordrecht. Het argument dat daar een opnamestop gold, gaat volgens klager niet op. Ten
tijde van klagers overplaatsing naar de p.i. Vught kon een andere gedetineerde vanuit een andere inrichting wel in Dordrecht worden geplaatst. Voor klager was Dordrecht zijn eerste keuze en dat is het nog steeds. De omstandigheid dat hij als tweede
keuze de p.i. Vught heeft genoemd, doet daaraan niet af. Er is ook, indien alsnog beslist wordt tot plaatsing in de p.i. Dordrecht, geen sprake van détournement de pouvoir. Volgens klager wordt immers niet verzocht om een nieuwe plaatsing maar om
instandhouding van de oude situatie. Klager wil graag een tegemoetkoming voor de tijd die hij ten onrechte in Vught heeft moeten verblijven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager komt in aanmerking voor plaatsing in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap. Hij is voor herselectie voorgesteld door de directeur van de p.i. Dordrecht. Klager heeft aangegeven als eerste voorkeur de gevangenis van de p.i.
Dordrecht te hebben en als tweede optie te kiezen voor de gevangenis van de p.i. Vught. Omdat voor de p.i. Dordrecht in verband met een verbouwing een opnamestop gold, is gekozen om klager te selecteren voor de p.i. Vught. De plaatsing van een andere
gedetineerde tijdens die opnamestop betrof een uitzondering. Klager kon niet in Dordrecht blijven omdat hij in aanmerking kwam voor plaatsing in een gevangenis terwijl hij in Dordrecht in het h.v.b. verbleef. Omdat hij ten tijde van behandeling van het
bezwaarschrift was overgeplaatst naar de p.i. Vught, was een plaatsing in de p.i. Dordrecht niet mogelijk. Een overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht is na klagers plaatsing in Vught slechts nog mogelijk door tussenkomst van de
directeur
van de p.i. Vught, aldus de toelichting van de selectiefunctionaris.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager is, naar aanleiding van een selectieverzoek van de directeur van de p.i. Dordrecht op 14 november 2016 geselecteerd voor plaatsing in de gevangenis van de p.i. Vught. Dit was de gevangenis die klager als tweede keuze had opgegeven. Zijn
eerste keuze was niet gehonoreerd omdat er voor de gevangenis van de p.i. Dordrecht een opnamestop gold. Klager is vervolgens op 30 november 2016 feitelijk geplaatst in de gevangenis van de p.i. Vught. Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris
komt naar voren dat de opnamestop voor de gevangenis van de p.i. Dordrecht met ingang van 1 december 2017 is vervallen.

4.4. Hoewel klagers tweede voorkeur is gehonoreerd bij de selectiebeslissing van 14 november 2016, had de selectiefunctionaris kunnen – en naar het oordeel van de beroepscommissie ook moeten – begrijpen dat klager zich niet met deze beslissing kon
verenigen, hem moeten ontvangen in zijn bezwaar tegen die beslissing en die beslissing inhoudelijk moeten heroverwegen. Daarbij had hij met name rekening kunnen houden met de omstandigheid dat – zeer kort na de feitelijke overplaatsing en ruim voor de
beslissing op bezwaar – de opnamestop voor de gevangenis p.i. Dordrecht was komen te vervallen. Door dit niet te doen is er sprake geweest van een onevenwichtige belangenafweging. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De selectiefunctionaris
zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

De beroepscommissie zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij zal in een afzonderlijke beslissing bepalen of enige tegemoetkoming aan klager geboden is.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 maart 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven