Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3837/TB - tussenbeslissing, 24 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:24-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer:16/3837/TB – tussenbeslissing

betreft: [klager] datum: 24 maart 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. de Goeij, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 14 november 2016 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 maart 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. de Goeij, en namens de Staatssecretaris [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële Inrichtingen
van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Als toehoorder was aanwezig [...] van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager te plaatsen in een longstayvoorziening van FPC Pompestichting (hierna: de Pompestichting).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak van 31 juli 2007 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van elf maanden met aftrek en ter beschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klagers tbs is op 24 december 2007
aangevangen. Op 23 oktober 2008 is klager geplaatst in Hoeve Boschoord. In april 2012 is klager geplaatst in FPC De Rooyse Wissel en vervolgens, in december 2013, in Hoeve Boschoord/FPK De Beuken. In oktober 2014 is klager geplaatst in FPC De
Oostvaarderskliniek. Deze laatste plaatsing betrof een crisisplaatsing en ter observatie. Ten slotte is klager op 12 januari 2015 geplaatst in FPC Dr. S. van Mesdag.
Deze inrichting heeft klager op 20 augustus 2015 aangemeld voor plaatsing op een longstayafdeling. Ter zake van de longstayaanvraag is door psycholoog L. en psychiater G. op 13 november 2015 respectievelijk 2 december 2015 rapport uitgebracht. Per
brief
van 12 februari 2016 heeft de Landelijke Adviescommissie Plaatsing (LAP) een advies aangehouden in afwachting van een reactie van FPC Dr. S. van Mesdag ten aanzien van mogelijkheden voor een minder beperkende vervolgvoorziening dan een
longstayafdeling.
Op 10 maart 2016 heeft de inrichting doen weten geen mogelijkheden te zien om klager in een (longcare) instelling binnen de GGZ te plaatsen. Klager beschikt niet over een verlofmachtiging. In haar advies van 15 juni 2016 oordeelt de LAP dat de
behandelaar ten aanzien van klager in alle redelijkheid tot de longstayindicatie heeft kunnen komen. Ter zake van de verlenging van klagers tbs-maatregel hebben psycholoog K. en psychiater Van der M. op 3 respectievelijk 19 september 2016 advies
uitgebracht. Psycholoog K. adviseert een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel met reclasseringstoezicht. Psychiater Van der M. adviseert de zaak drie maanden aan te houden met als doel de reclassering een onderzoek te doen instellen naar de
mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel.
De Staatssecretaris heeft op 14 november 2016 beslist klager in de Pompestichting te plaatsen. Deze plaatsing is ten tijde van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. In de beslissing van de rechtbank Noord-Holland van 19 december 2014 is klagers tbs met dwangverpleging met één jaar verlengd (in hoger beroep twee jaar) met de aantekening dat “de huidige
situatie zeer onwenselijk is en dat de kliniek het komende jaar (2015) al het mogelijke in het werk moet stellen om betrokkene een werkbaar toekomstperspectief te bieden.” De inrichting heeft zich hier niets van aangetrokken. De longstayaanvraag
voldoet niet aan de instroomcriteria van het beleidskader longstay. Er blijkt verschil van mening te bestaan tussen de deskundigen omtrent het toekomstige verloop van de tbs. Klager verzoekt om een observatieplaatsing in het PBC indien de zaak in de
tussentijd niet heeft geresulteerd in een voorwaardelijke beëindiging van de tbs. Op basis van de meest recente rapportages hoort klager niet in een longstay of longcare thuis.
Ter zitting van de beroepscommissie heeft klagers raadsman gesteld dat de rechtbank binnenkort uitspraak zal doen op de vordering tot verlenging van klagers tbs-maatregel met dwangverpleging. Alsdan zal duidelijk worden of de rechtbank aankoerst op een
voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. De raadsman van klager schat in dat de rechtbank de reclassering zal vragen rapport uit te brengen over een voorwaardelijke beëindiging. In dit licht verzoekt de raadsman van klager de behandeling van
onderhavig beroep aan te houden tot het moment waarop de rechtbank uitspraak heeft gedaan. Als inderdaad wordt besloten tot een voorwaardelijke beëindiging, heeft handhaving van het beroep weinig zin. Klager heeft vanaf 2011 geen verlof meer gehad en
is
sindsdien niet in staat gesteld zijn vader die moeilijk kan lopen te bezoeken. Klager wil langer verblijven FPC Van Mesdag en niet naar de longstay, hij wil begeleid wonen. Een zorgconferentie zou uitsluitsel kunnen geven waar klager tussentijds het
best op zijn plek is.

Namens de Staatssecretaris is het volgende standpunt naar voren gebracht. De beslissing tot plaatsing in de longstayvoorziening is op goede gronden genomen. Klager heeft in verschillende klinieken verbleven waar hij zich telkens na korte of langere
tijd
verzette tegen de behandeling. Hij wilde niet samenwerken met het behandelteam en liet probleemgedrag zien. Dat patroon werd ook in FPC Van Mesdag gezien. In maart 2015 werd bij klager een door hemzelf gefabriceerd steekwapen aangetroffen en is hij
fors
dreigend geweest naar een sociotherapeute. Gelet op de uitgebrachte rapportages en adviezen acht de Staatssecretaris een plaatsing in een longstayvoorziening gerechtvaardigd. Daarbij zou ook dan op geleide van het verloop nader bekeken kunnen worden
wat
het vervolgtraject zou kunnen worden binnen het kader van beveiliging en toezicht. Klager is niet of nauwelijks leerbaar gebleken. Zijn behandelplafond is bereikt en hij doet het goed in een situatie waarin hij geen behandeldruk ervaart. Klager behoeft
toezicht en begeleiding en ziet dit zelf niet in. Tot op heden en ondanks de verrichte inspanningen is geen alternatieve setting gevonden. Op dit moment is er geen andere mogelijkheid dan klager te plaatsen in een longstayvoorziening.
In reactie op het ter zitting gedane verzoek om aanhouding stelt de Staatssecretaris dat het onduidelijk is of de beroepscommissie de beslissingen ex nunc of ex tunc toetst. Ongeacht de latere ontwikkelingen meent de Staatssecretaris dat de bestreden
beslissing van 14 november 2016 terecht is geweest. Klager verblijft al een lange periode op de crisisunit en heeft tegen de achtergrond van de voorziene plaatsing in een longstayvoorziening geen verlof genoten. Als er geen behandeldruk is functioneert
klager beter. Daarom is besloten klager te plaatsen in een longstayvoorziening en van daaruit te bezien hoe het verder moet met klager. Indien de beroepscommissie besluit de behandeling van het beroep aan te houden, merkt de Staatssecretaris op dat de
tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing niet is opgeschort en de plaatsingsprocedure zal voortgaan. Tevens verzoekt de Staatssecretaris de beroepscommissie in dat geval in te gaan op het veiligheidsaspect.

4. De beoordeling
De beroepscommissie ziet in de ter zitting gegeven toelichting aanleiding de behandeling van het beroep aan te houden totdat de rechtbank Noord-Holland op de vordering van de officier van justitie van 22 november 2016 tot het verlengen van klagers
terbeschikkingstelling zal hebben beslist. Op dat moment is duidelijk of de rechtbank klagers terbeschikkingstelling voorwaardelijk zal beëindigen dan wel de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging door de reclassering nader zal doen
onderzoeken waarbij in dat laatste geval de rechtbank de uiteindelijke beslissing op de vordering van de officier van justitie zal aanhouden; dan wel tot verlenging van de tbs besluit.

Uit de door klager ter zitting gegeven toelichting is de beroepscommissie gebleken dat klager zeker niet wil worden geplaatst in een longstayvoorziening, wat er ook zij van zijn ervaringen in FPC Dr. S. van Mesdag. Gelet hierop leest de
beroepscommissie
in het aanhoudingsverzoek van klager tevens een verzoek van klager de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing te schorsen. Gelet op artikel 69, vierde lid in verbinding met artikel 64 van de Bvt kan de voorzitter van de beroepscommissie hangende
de uitspraak op het beroepschrift de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen. De voorzitter van de beroepscommissie acht, ook rekening houdend met de veiligheidsaspecten die een rol hebben gespeeld bij klagers aanmelding door FPC Dr. S.
van Mesdag voor een longstayvoorziening, in het bijzonder gelet op de hiervoor genoemde procedure bij de rechtbank de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing thans jegens klager niet redelijk en niet billijk. Gelet daarop ziet de voorzitter
aanleiding de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing te schorsen tot het moment waarop de beroepscommissie op het beroep zal beslissen.

5. De tussenbeslissing
De beroepscommissie houdt de behandeling van het beroep aan tot het moment waarop de rechtbank Noord Holland uitspraak heeft gedaan op de vordering van de Officier van Justitie van 22 november 2016 de terbeschikkingstelling van klager met twee jaar te
verlengen.

De voorzitter van de beroepscommissie schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing tot het moment waarop de beroepscommissie een definitieve beslissing heeft genomen op het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. A. van Waarden en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 24 maart 2017

secretaris voorzitter

Naar boven