Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0228/GB, 27 februari 2017, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 17/228/GB

Betreft: [klager] datum: 27 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.E. Hok-a-Hin, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 januari 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot beëindiging van zijn deelname aan een penitentiair programma (p.p.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klagers detentie was aangevangen op 31 mei 2013. Op 2 augustus 2016 werd klager geselecteerd voor deelname aan een p.p. Op 4 augustus 2016 was het programma aangevangen en werd klager administratief ondergebracht bij de penitentiaire inrichting
administratie (p.i.a.) Groningen. Op 2 december 2016 is beslist tot beëindiging van deelname aan het p.p. Klager werd geselecteerd voor terugplaatsing in de p.i. Nieuwegein. Op 26 januari 2017 is hij (voorwaardelijk) in vrijheid gesteld.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
De beslissing is genomen op basis van onjuiste feiten en omstandigheden. Klager betwist aan een gokverslaving te lijden. Ook betwist hij betrokken te zijn bij illegale gokpraktijken. De gesprekken waarnaar is verwezen zijn uit hun verband getrokken.
Klager heeft aangegeven dat hij “wel eens” heeft gegokt. Bovendien is er geen gespreksverslag en de vermeende zware gokverslaving is onvoldoende vast komen te staan. Ook zijn geen objectieve gegevens (zoals een GPS uitdraai) naar voren gebracht waaruit
blijkt dat klager met regelmaat heeft gegokt. Met betrekking tot de illegale gokpraktijken heeft klager niets verklaard aan de selectiefunctionaris of aan een medewerker van Exodus. Daarnaast is de beslissing tot beëindiging van het p.p. en
terugplaatsing in de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein disproportioneel. Met de positieve punten die door klager zijn benoemd is geen rekening gehouden. Van een kenbare belangenafweging is geen sprake. Een minder ingrijpende oplossing, zoals
bijvoorbeeld plaatsing in een andere wooninstelling, had volgens klager onderzocht kunnen worden. Vooral gezien de naderende voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.). Een gefaseerde v.i. had de voorkeur gehad, zodat klager zich hierop had kunnen
voorbereiden. Nu zal klager na een langdurige detentie ineens in vrijheid worden gesteld. Klager heeft nu veel onzekerheid op het gebied van huisvesting. Verzocht wordt om het beroep gegrond te verklaren met toekenning van een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing – zakelijk weergegeven – in beroep als volgt.
Op 29 juli 2016 heeft de reclassering geadviseerd klager in aanmerking te laten komen voor een p.p. onder bijzondere voorwaarden. Op 2 december 2016 is in het selectieadvies geconcludeerd dat klager zich niet heeft gehouden aan de afspraken en
verplichtingen behorende bij zijn p.p. De uitvoeringsverantwoordelijke instantie en de begeleiders van Stichting Exodus hebben geen vertrouwen meer in een verder goed verloop van het p.p. en adviseren om dat p.p. per direct te beëindigen. De directeur
van de p.i.a. Groningen heeft dat advies ondersteund. Op 2 december 2016 is klager teruggeplaatst in de p.i. Nieuwegein, omdat hij onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorwaarden van het p.p. In beroep betwist klager dat hij een gokverslaving heeft,
maar in voornoemde selectieadvies staat dat klager in het gesprek met de toezichthouder op 1 december 2016 heeft verklaard zwaar gokverslaafd te zijn en dat hij tijdens het p.p. herhaaldelijk is gaan gokken. Nu via het GPS zichtbaar was dat klager met
regelmaat verbleef in de buurt waar het Holland Casino is gevestigd en gezien klagers eigen verklaring, is het volgens de selectiefunctionaris aannemelijk dat klager een gokverslaving heeft.
Met betrekking tot de illegale gokpraktijken staat in het selectieadvies dat klager in opdracht van vrienden naar adressen werd gestuurd waar personen met gokschulden woonden. Zij werden ertoe bewogen om hun (een deel van hun) woning/pand beschikbaar
te
stellen voor gokbijeenkomsten. Het is aannemelijk dat klager ook illegale gokpraktijken (mede)mogelijk heeft gemaakt. Gezien het vorenstaande was plaatsing in een andere woongroep een gepasseerd stadium. De selectiefunctionaris benadrukt dat klager al
een waarschuwingsgesprek heeft gehad op 4 november 2016 en dat hij ook was teruggeplaatst naar de introductiefase. Er is volgens de selectiefunctionaris niet onredelijk of onbillijk jegens klager gehandeld.

4. De beoordeling
4.1. Hoewel klager inmiddels in vrijheid is gesteld, zal de beroepscommissie het beroep inhoudelijk behandelen nu namens klager om een financiële tegemoetkoming is verzocht.

4.2. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.3. In artikel 8 van de Pm staat de algemene verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van een p.p. ligt bij de directeur van de inrichting of afdeling waarin de deelnemer aan het p.p. is ingeschreven. Degene die verantwoordelijk is voor de
uitvoering van het programma houd toezicht op het dagelijkse verloop van het p.p. Hij beoordeelt in eerste instantie of de activiteiten naar behoren worden verricht en de voorwaarden naar behoren worden nageleefd en kan in dat kader aanwijzingen geven
aan de deelnemer. [...]

4.4. Uit het selectieadvies van de p.i.a. Groningen van 2 december 2016 blijkt het volgende. Op 4 november 2016 heeft klager een officiële waarschuwing gehad van de directeur van de p.i.a. Groningen omtrent zijn opstelling bij Stichting Exodus die
te
wensen overlaat en de ongeoorloofde afwezigheid daar. Stichting Exodus heeft klager daarna teruggezet naar de introductiefase die inhield dat klager meer aanwezig moest zijn in huis en meer samenwerkingsbereidheid moest tonen. Klager is niet op het
eerste gesprek van de AFPN op 17 november 2016 verschenen in het kader van zijn behandelverplichting. Ondanks een herinnering van Stichting Exodus en de reclassering, zou klager deze afspraak vergeten zijn. De reclassering meent dat klager onvoldoende
heeft meegewerkt aan de voorwaarden nu hij in een gesprek op 1 december 2016 geen volledige openheid van zaken heeft gegeven. Anders dan klager meent zijn er kennelijk wel objectie (GPS) gegevens die klager in verband met een casino hebben gebracht,
welke gegevens, gelet op zijn erkenning wel eens te hebben gegokt, als constatering tijdens een p.p. opmerkelijk zijn en om uitleg vragen. Kennelijk heeft klager er voor gekozen daarover bevraagd geen openheid van zaken te geven. Nog daargelaten de
discussie over de gokverslaving van klager stelt de beroepscommissie -als niet of onvoldoende weersproken- vast dat klager een officiële waarschuwing heeft gehad in verband met zijn gedrag, dat hij zich niet heeft gehouden aan afspraken en ten
opzichte
van de begeleiders en toezichthouders geen open kaart heeft gespeeld. De beroepscommissie concludeert derhalve dat klager zich kennelijk niet de voorwaarden van het p.p. heeft gehouden ook nadat hij was gewaarschuwd. Het vorenstaande in onderling
verband en samenhang bezien, maakt dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal
daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 27 februari 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven