Nummer: 16/4215/GB
Betreft: [klager] datum: 22 februari 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.C. Fransen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 december 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 30 maart 2016 gedetineerd. Hij verbleef in het Detentiecentrum Rotterdam. Op 26 april 2016 is hij geplaatst in de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Uit het selectieadvies blijkt dat klager met ingang van 25 oktober 2016 in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i. Klager heeft alle aangeboden interventies gevolgd. Impliciet echter wordt klager volgens hem verweten dat geen
verdiepingsdiagnostiek
heeft plaatsgevonden. Dit kan klager niet verweten worden. Hiervoor wordt verwezen namens klager naar jurisprudentie. Ook is niet duidelijk waarom klager eventuele interventies niet in een b.b.i. zou kunnen volgen. Voorts wordt erop gewezen dat klager
zijn gehele detentie in het plusprogramma heeft verbleven, anders dan in het selectieadvies wordt omschreven. Met betrekking tot het advies van het openbaar ministerie wordt opgemerkt dat de advocaat-generaal slechts aanknoopt bij de gestelde ernst van
het feit alsmede het ontbreken van een recent reclasseringsadvies. Namens klager wordt er op gewezen dat volgens vaste jurisprudentie de ernst van het feit geen reden kan zijn om detentiefasering of verlof af te wijzen. Klager is bereid zich te houden
aan de door de directeur te verbinden bijzondere voorwaarden voor regimair verlof, waaronder ook het dragen van een enkelband.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
In de toelichting bij artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt beveiligde inrichting of b.b.i. de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de
samenleving een belangrijke rol speelt. Bij de beoordeling hiervan zijn indicatoren aangegeven. Klager is op 21 maart 2016 in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens overtreding van de Opiumwet. Deze veroordeling is niet
onherroepelijk,
omdat klager hoger beroep heeft ingesteld. Kort voor deze veroordeling is klager op 12 maart 2016 opnieuw aangehouden wegens het overtreden van de Opiumwet. In zijn advies van 7 oktober 2016 heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat een lopende
strafzaak klager er niet van weerhoudt om opnieuw strafbare feiten te plegen. Klager heeft een schuld en huurachterstand en de advocaat-generaal acht het aannemelijk dat klager in de verleiding zal komen om ook in de toekomst in drugs te handelen. De
advocaat-generaal verwijst naar het reclasseringsadvies van 8 juli 2016 waarin staat dat het recidiverisico hoog wordt ingeschat, hoewel het verdiepingsonderzoek en het re integratieplan nog moeten worden vastgesteld. Voorts staat hierin dat de partner
van klager betalingsachterstanden heeft en dat zij van klager verwacht dat hij die zou oplossen. De advocaat-generaal adviseert negatief. In het selectieadvies staat als datum voor de b.b.i. inderdaad 25 oktober 2016 aangegeven. Maar hierin is ook
melding gemaakt van 23 openstaande vorderingen bij het CJIB van in totaal ongeveer € 10.000,=. Voorts heeft klager op 19 mei 2016 positief gescoord bij een urinecontrole, waarvoor drie dagen straf is opgelegd. De aanvragen van verlof zijn afgewezen.
Gezien het bovenstaande meent de selectiefunctionaris dat afwijzend beslist had kunnen worden op het verzoek van klager. Voorts is aangevoerd dat inmiddels verdiepingsdiagnostiek heeft plaatsgevonden. Klager wil de uitkomst daarvan om hem moverende
redenen niet bespreken.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in een beperkt beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant
hebben van maximaal achttien maanden, beschikken over een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).
4.2. Uit het selectieadvies van 5 december 2016 volgt dat het multidisciplinair overleg (m.d.o.) en de vrijhedencommissie negatief adviseren ten aanzien van klagers verzoek tot plaatsing in een b.b.i. Dit advies is gebaseerd op het feit dat klager
kort voor zijn veroordeling, tijdens de schorsing van zijn vorige detentie, is aangehouden voor de onderhavige detentie. Uit het reclasseringsadvies blijkt dat het niet mogelijk is een adequate inschatting te maken van het recidiverisico, maar gezien
de
problemen op verschillende leefgebieden – met name op het financiële aspect – en het feit dat klager tijdens zijn strafproces wegens een Opiumwetdelict is aangehouden voor een soortgelijk delict, wordt het recidiverisico begrijpelijk ingeschat op hoog.
Gezien het vooroverwogene is bij klager sprake van een maatschappelijk risico dat een plaatsing in een b.b.i. in de weg staat. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in
aanmerking
komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke,
voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr.
S.S. Dwarka, secretaris, op 22 februari 2017.
secretaris voorzitter