Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2993/SGA, 2 september 2016, schorsing
Uitspraakdatum:02-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/2993/SGA
Betreft : [...] datum: 2 september 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Zoetermeer.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 24 augustus 2016, inhoudende dat gedurende een periode van twee weken
de televisie van cel wordt verwijderd, ingaande op 26 augustus 2016 om 00.00 uur en eindigende op 9 september 2016 om 00.00 uur. Deze beslissing is genomen omdat tijdens de tenuitvoerlegging van een sanctie een televisie op de cel van verzoeker is
aangetroffen die niet op die cel hoorde.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 24 augustus 2016 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur.

1. De beoordeling
Uit de door de directeur verstrekte inlichtingen is het volgende gebleken. Tijdens de tenuitvoerlegging van een aan verzoeker opgelegde sanctie, waarbij tevens zijn televisie van cel werd verwijderd, is een televisie in de verblijfsruimte van verzoeker
aangetroffen welke daar niet thuis hoorde. De directeur heeft – zoals hij (naar hij stelt) altijd in soortgelijke situaties doet - op grond van artikel 4.5 van de huisregels van de locatie Zoetermeer besloten om de televisie na afloop van de lopende
sanctie nog gedurende twee weken (met ingang van 26 augustus 2016 en eindigende op 9 september 2016) van cel te verwijderen. Verzoeker kan zich daar niet mee verenigen. Hij geeft aan dat een dergelijke beslissing alleen als disciplinaire straf mag
worden opgelegd en niet als mededeling.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan de beslissing van de directeur om na afloop van de sanctie nog twee weken de televisie van cel te verwijderen niet onredelijk en of onbillijk worden geacht. Het verweer van verzoeker dat een dergelijke
beslissing alleen als disciplinaire straf kan worden opgelegd, miskent dat de beslissing kennelijk genomen is op de voet van het bepaalde van het vijfde lid van artikel 45 van de Pbw. Het schorsingsverzoek dient derhalve te worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 2 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven