Nummer: 16/3698/GB
Betreft: [klager] datum: 6 februari 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 29 oktober 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft beslist tot plaatsing van klager in FPA Zuidlaren, afdeling Cederborg, in het kader van de tenuitvoerlegging van de laatste fase van de ISD-maatregel.
2. De feiten
Klager is sedert 9 juni 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de inrichting voor stelselmatige daders (ISD) van de locatie Esserheem te Veenhuizen. Op 29 oktober 2016 heeft de selectiefunctionaris klager op grond van artikel 44d, derde lid, van
Penitentiaire maatregel (Pm) in het kader van de laatste fase van de ISD-maatregel geselecteerd voor plaatsing in FPA Zuidlaren, afdeling Cederborg.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is het niet eens met de beslissing van de selectiefunctionaris, omdat hij aangemeld zou worden voor de afdeling Eikenstein. De psycholoog en casemanager bij de
locatie
Esserheem hebben klager achter zijn rug om aangemeld voor de afdeling Cederborg. Omdat klager geen trajectweigeraar wil zijn, heeft hij geen keuze en is hij naar Cederborg gegaan. Klager heeft ook beklag ingediend tegen de beslissing.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Ingevolge artikel 44d, derde lid, van de Pm kan de tenuitvoerlegging van de laatste fase van de ISD-maatregel plaatsvinden buiten de
inrichting.
Op grond van artikel 44l van de Pm beslist de selectiefunctionaris over plaatsing buiten de inrichting. De selectiefunctionaris beslist niet waar de gedetineerde wordt opgenomen. De plaatsing is een gevolg van de indicatiestelling, welke geschiedt door
de Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ) van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). De keuze voor de plek van de tenuitvoerlegging van de laatste fase van de ISD-maatregel is derhalve geen keuze van de
selectiefunctionaris. Hiertegen staat dan ook geen bezwaar en beroep open. De selectiefunctionaris verwijst daartoe naar RSJ 27 juni 2014, 14/1229/GB. De selectiefunctionaris verzoekt de beroepscommissie klager niet-ontvankelijk te verklaren in zijn
beroep.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 44l van de Pm beslist de selectiefunctionaris, op onder meer de grondslag van een advies van de directeur van de inrichting, over plaatsing buiten de inrichting in de laatste fase van de ISD-maatregel.
4.2. De selectiefunctionaris heeft op 29 oktober 2016 beslist dat klager kan worden geplaatst buiten de inrichting in de laatste fase van de aan klager opgelegde ISD-maatregel. Daarin staat tevens vermeld dat klager op 2 november 2016 zal worden
opgenomen in “FPA Cederborg” te Zuidlaren, een afdeling van FPA Zuidlaren. Die plaatsing is een gevolg van de indicatiestelling van klager voor plaatsing in een FPA van 21 januari 2016 en de aanmelding voor FPA Zuidlaren, afdeling Cederborg, welke
beiden zijn geschied door het NIFP/IFZ, locatie Den Haag en klagers casemanager bij de locatie Esserheem. De keuze van de plaats of afdeling waar de laatste fase van de ISD-maatregel aan klager ten uitvoer wordt gelegd, is daarom geen beslissing van de
selectiefunctionaris en daartegen staat geen bezwaar of beroep open. Klager kan daarom niet worden ontvangen in zijn beroep.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 6 februari 2017.
secretaris voorzitter