Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3677/JA, 3 februari 2017, beroep
Uitspraakdatum:03-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3677/JA

betreft: [klager] datum: 3 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Hartelborgt te Spijkenisse, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 31 oktober 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij voornoemde inrichting gegeven op een klacht van [...], geboren op [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2017, gehouden in de rechtbank te Utrecht, is de manager primair proces/plaatsvervangend vestigingsdirecteur [...] gehoord.

Tevens was ter zitting aanwezig mr. L.S. Rietdijk, stagiaire bij de Raad.

Klager, die inmiddels in vrijheid is en op behoorlijke wijze is opgeroepen, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de oplegging van een disciplinaire straf van uitsluiting van activiteiten op 1 oktober 2016 van 09:45 uur tot 16:00 uur.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager (nog) geen tegemoetkoming toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Door de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De straf is opgelegd omdat klager en E. op de luchtplaats slaande en duwende bewegingen naar elkaar hebben gemaakt. Om de situatie beheersbaar en onder controle te houden heeft de groepsleiding alarm moeten drukken. Op de schriftelijke mededeling staat
vermeld dat op het moment dat de deur van de luchtplaats openging alle jongens naar buiten renden. Iedereen pakte een stoel en ging vlak naast elkaar zitten. Er waren al duidelijke meningsverschillen over wie het dichtst bij de muur ging zitten. Dit
werd schreeuwend kenbaar gemaakt. De groepsleiding riep dat de jeugdigen niet te dicht naast elkaar moesten gaan zitten. Op dat moment werd een stoel gegooid tussen klager en E. Beide jeugdigen maakten een slaande beweging naar elkaar en duwden elkaar
letterlijk weg. Klager heeft ter zitting gezegd dat er geen slaande bewegingen gemaakt zouden zijn, er geen sprake was van fysiek contact en dat er ook niet gescholden is. De beklagrechter heeft te veel waarde gehecht aan de mondelinge uitspraken van
klager ter beklagzitting. Ervan uit wordt gegaan dat aan E. dezelfde straf is opgelegd. Regel is dat na een dergelijk incident een gesprek met de betrokken jeugdigen plaatsvindt om te zien of het conflict diep zit.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de bij de stukken gevoegde verklaring van de groepsleider volgt dat klager en de jeugdige E. een slaande beweging naar elkaar hebben gemaakt en elkaar hebben weggeduwd. Dat klager ontkent een slaande beweging te hebben gemaakt en stelt dat er enkel
sprake was van een discussie vormt onvoldoende grond om niet uit te gaan van de juistheid van de duidelijke verklaring van de groepsleider. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de ter zake aan klager opgelegde disciplinaire straf niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal derhalve het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en drs. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 februari 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven