nummer: 16/3400/GA
betreft: [klager] datum: 13 februari 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn,
gericht tegen een uitspraak van 12 september 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de p.i. Groot Alphen, gegeven op de klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de verstrekking van een maaltijd met een draad erin aan klager op 6 mei 2016 (AE 2016/078).
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van
€ 5,= toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Navraag bij het personeel heeft niets opgeleverd. Bij het personeel is op 6 mei 2016 niet geklaagd door klager en zijn celgenoot die op dezelfde dag hetzelfde zou zijn overkomen. Andere gedetineerden hebben die dag niet geklaagd over draden in het
eten.
Klager stelt dat hij eerst met een vrouwelijk en daarna met een mannelijk personeelslid heeft gesproken over de draad in het eten, maar noemt geen namen en beschrijft de bewaarders niet. Klager is niet naar het afdelingshoofd gegaan. Wanneer een
gedetineerde onregelmatigheden met betrekking tot zijn maaltijd constateert en hij dit direct meldt bij het personeel, wordt zijn maaltijd onmiddellijk vervangen.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Zelfs als moet worden aangenomen dat de maaltijd van klager daadwerkelijk een draad bevatte, is niet aangevoerd of gebleken dat sprake is van een structureel probleem. Een dergelijk eenmalig incident is van zodanig feitelijke aard dat dit niet kan
worden aangemerkt als een door of namens de directeur genomen beslissing en mitsdien staat hier geen beklag tegen open. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk in het beklag worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 februari 2017.
secretaris voorzitter