Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2255/SGA, 5 juli 2016, schorsing
Uitspraakdatum:05-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/2255/SGA
Betreft : [klager] datum: 5 juli 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in art. 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[klager], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van art. 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie, inhoudende de plaatsing van verzoeker in het basisprogramma.

De voorzitter heeft kennisgenomen van het klaagschrift van 1 juli 2016, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 4 juli 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Namens verzoeker is verzocht om schorsing van de beslissing van de directeur om verzoeker te plaatsen in het basisprogramma. . Uit de door de directeur verstrekte inlichtingen is echter gebleken dat de directeur een dergelijke beslissing niet heeft
genomen. Bij beslissing van 29 juni 2016 heeft de selectiefunctionaris verzoeker geselecteerd voor plaatsing in het gevangenisregime van de p.i. Dordrecht. Blijkens de door de directeur verstrekte inlichtingen is verzoeker in afwachting van de
uitvoering van deze beslissing als passant “afgeplaatst” van de ZBBI (en naar de voorzitter begrijpt ingesloten in een huis van bewaring). Afgesproken is dat verzoeker bij zijn plaatsing in de p.i. Dordrecht in het plusprogramma wordt geplaatst. De
voorzitter vat in dit licht het schorsingsverzoek op als gericht tegen de beslissing van de directeur om verzoeker uit de ZBBI te plaatsen. Die beslissing tot plaatsing van verzoeker is voorbehouden aan de selectiefunctionaris en de beslissing van de
directeur is onbevoegd genomen.
Het schorsingsverzoek moet dan ook worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 5 juli 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven