Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2465/GA, 10 januari 2017, beroep
Uitspraakdatum:10-01-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2465/GA

betreft: [klager] datum: 10 januari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 juli 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 december 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager en [...], juridisch medewerker bij voormelde inrichting. Klagers raadsman, [...], heeft op 20 december 2016 schriftelijk bericht
niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het insluiten van klager als arbeidsongeschikte tijdens de voor de arbeid bestemde uren van 18 tot en met 25 april 2016.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt
– zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft al ruim een jaar een hernia. Klager is langdurig arbeidsongeschikt en hij wil als zodanig worden aangemerkt. Hij heeft tegen de beslissing van de medische dienst van 18 april 2016 hem tijdelijk
arbeidsongeschikt te verklaren geen bezwaar gemaakt. Klager is op 20 februari 2014 voor het eerst naar een ziekenhuis geweest. Hij is weer gaan werken, omdat hij niet ingesloten wil worden.

Namens de directeur is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager kan zich in deze procedure niet beklagen over een beslissing van de medische dienst. Klager was in de
periode waarop de klacht ziet tijdelijk arbeidsongeschikt bevonden. Hij is daarom ingesloten tijdens de arbeidsuren.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klager in de penitentiaire inrichting Vught op afdeling 8 in een inrichting voor stelselmatige daders verbleef, alwaar een individueel regime geldt.

Uit artikel 22 van de Pbw volgt dat in een individueel regime gedetineerden in de gelegenheid worden gesteld aan activiteiten deel te nemen. Overigens houden zij zich in de voor hen persoonlijk bestemde verblijfsruimte op. Deze regel impliceert dat
gedetineerden die niet aan de activiteit arbeid deelnemen mogen worden ingesloten. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie geldt deze regel niet voor gedetineerden die door structurele omstandigheden in hun persoon gelegen, zoals
bijvoorbeeld langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, niet aan de arbeid kunnen deelnemen. Dit geldt ook voor gedetineerden die verblijven in een individueel regime (vergelijk RSJ 14 december 2015, 15/2380/GA en 15/2574/GA).

Uit de stukken blijkt dat klager in de periode waarop de klacht ziet tijdelijk arbeidsongeschikt is bevonden door de medische dienst. Nu geen sprake was van langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid heeft de directeur op juiste gronden kunnen
besluiten klager tijdens de arbeidsuren in te sluiten. Het beroep zal derhalve ongegrond verklaard.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat, voor zover klager zich wenst te beklagen over de beslissing van de medische dienst klager tijdelijk arbeidsongeschikt te verklaren, klager daarvoor een verzoek tot bemiddeling had kunnen indienen bij het
Hoofd van de medische dienst van de inrichting waarna hij desgewenst, met tussenkomst van de medisch adviseur, beroep had kunnen instellen bij de Raad.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Boerhof, secretaris, op 10 januari 2017

secretaris voorzitter

Naar boven